Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Zij vertelde het al zuchtende; twee visites bij den oogarts en een bril van een bizondere soort, die f 3.50 had gekost, dat was geen kleinigheid voor hen geweest.
Charles Augustus Milverton was naar schatting vijftig jaar, had een breed, verstandig voorhoofd en een rond, bol, baardeloos gelaat, een eeuwigen glimlach en twee grijze oogen, die schitterden achter een bril, waarvan de glazen in dik goud gemonteerd waren.
»Wel verbaasd," roept de blauwe bril, »ik wist niet, dat het zulke zwijnjakken waren." De oud-matroos voelt in zijn zak, en zoekt naar een stuk pruimtabak. »'t Wordt tijd, dat hun de ooren gewasschen worden," zegt hij. »De boer gaat steeds gekleed naar bed," vervolgt de hooge boord, »natuurlijk met zijn veldschoenen aan."
Nu nam hij zijn' bril, zette dien bedaard op en begon te bladeren en te zoeken in het boek. Eindelijk sloeg hij met de hand op een blad en riep: "Ha, nu ben ik er. Hier staat het: het touw is bij Teunissen, den kruidenier. 'k Herinner 't me nu heel goed: Teunissen had doperwtjes in zijn' tuin gepoot, maar ze wilden niet opkomen met dat droge weer.
»Je woorden zijn ruw, vriend, maar je ziet er uit als een eerlijk, openhartig man,« zeide de oude heer, terwijl hij zijn bril in de richting wendde van den candidaat voor Oliver's premie, wiens schurkentronie den onmiskenbaren stempel van wreedheid droeg.
"Zwavel." "Ton. Begrepen?" Bensington kneep zijn bril wat vaster met een hand die beefde van vastberadenheid. "In orde," zei hij, zeer kortaf. "Geld in je zak?" vroeg Cossar. "Loop naar den duivel met cheques. Gereed geld betalen. Natuurlijk. Waar is je bank? Goed. Stap onder weg uit en haal veertig pond bankbiljetten en goud." Weer even nadenken.
"Ja," zei grootmoeder, "dat is goed" en Bart bracht haar haar bril en haar boek. Elsje speelde met haar pop en wagentje. Het duurde niet lang of grootmoeder zat met het boek op schoot, geheel verdiept in het lezen, bij wijzend met den vinger en halfluid spellend. Bart kon nu best ongemerkt door de keuken weg gaan. Heel zachtjes deed hij de achterdeur open.
Niemand anders dan het manneke, dat kort te voren het beangst van allen geweest was, namelijk de kleine geleerde met den bril, antwoordde vol geestdrift: "Dat zou prachtig wezen, sir! Een kloek bedrijf, waarvoor ieder, die op onverschrokkenheid prijs stelt, wel iets over zal hebben. Hoeveel verlangt de temmer voor dat stoute stuk?" "Honderd dollars!" "Hum!
"Dat doet men niet, mijnheer!" riep de pikeur, hevig met de keu op den grond stampende. "Het was een ongeluk"; stamelde Pieter, die nu zoodanig transpireerde, dat ik vreesde dat zijn bril op den vloed zou afdrijven. "Het was een lompigheid", brulde de pikeur. "Leve het snijen!" riep de chirurgijnsleerling. "Die mijnheer is gevaarlijk!" schertste de bejaarde luitenant.
Tot haar groote geruststelling en verwondering wierp de oude heer zijn bril rammelend op de tafel en riep openhartig uit: "Je hebt gelijk, beste meid, dat ben ik. Ik heb den jongen lief, maar soms stelt hij mijn geduld op een zware proef, en ik weet niet hoe het moet afloopen, als we zoo voortgaan." "Dat kan ik u wel zeggen hij zal wegloopen."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek