Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 oktober 2025
Deze bons voldeden uitstekend in het gebruik binnen den besloten kring van ruilhandel, die er bestond tusschen de melkboeren en hun klanten, voorzagen in alle behoeften en werden door ieder aangenomen als gelijkstaande met melk, want hoe meer bons hoe meer melk, en zonder bons geen melk.
Harder en talrijker vallen intusschen de slagen, met dreunenden bons, en plots komt in de lucht een dichte vogelzwerm musschen, duiven, meerlen, allerlei vogels door elkaar, die in één grooten, wilden trek naar 't Westen schijnen weg te vluchten.
Eens gooide hij de bal juist op, toen de zon doorschoot; daardoor kon hij de bal niet nakijken, die met een bons te-rugviel op zijn schouder. Bij elken worp sprong zijn heele lichaampje op en met een open mond kreun-zuchtte hij van inspanning, terwijl zijn armpjes, beide opgeheven, beide te-rugvielen naast het rompje.
O! Lekkèr geheel lekkèr zoo mag ik wel, merk u wèl niemand sakit laut, já? U heeft gelijk, mevrouw! er zijn geen zieken, maar 't is ook veel beter weêr geworden.... Bons, flang, ring, flang!... als wilde de zee die woorden logenstraffen, werpt zij een van de nougattempels, die als milieux de tafels versieren, door 't slingeren van de boot op borden en wijnglazen in gruizelementen.
"Br! zei hij ... zoo'n koû ... Als de Sint-Annekensboot weg is, ga 'k de mijne maar onder de brug leggen tot morgen" ... Aan een ijzeren hek dat de kade daar afsloot, maakte hij zijn vaartuigje vast, zag dan hoe het even afdreef, meegesleept door de tot wit-ziedend en borrelend schuim geslagen baren door den overzetter opgezwiept, die met een doffen bons tegen de ponton aanbotste.
Ongehoorde gruweltooneelen zijn ook dáár voorgevallen, toen die benden uitgehongerde, van ellende en gebrek half waanzinnige menschen voedsel verlangden, dat daar volop in de magazijnen was opgehoopt, en afgewezen werden omdat zij niet meer tot een corps behoorden en dus niet van gewaarmerkte bons waren voorzien.
Zachtjes in-sluimrend, soezend over 't houtwerk in de keuken, dat ze morgen 'n soppie zou geven, kreunde ze òp in fel-gelen schrik. Ergens boven 'r hoofd werd gestommeld. Duidelijk hóorde ze bons na bons en schrapzittend in 't bed, de vette knieën gejukt tegen 'r kippevel-lijf, stokte 'r adem toen 'n dakpan, schor van val en klepperslag, in de goot plompte.
De vergadering deelde volkomen in de opvattingen van den voorzitter en besloot met algemeene stemmen dat de "Maatschappij v. D. v. L. V." onmiddellijk meer bons zou moeten uitgeven en bij gebreke daarvan zou haar octrooi veranderd en aangevuld worden.
Zij zit daar »lais" te zingen, en op haar harp te spelen; »zoet zingt de vrouwe, en de stem voegt zich naar het snarenspel, schoon zijn haar handen, haar lied is lief, zoet is haar stem en de tonen zacht." Er stijgt een wonderlik weemoedige stemming uit die fraaie verzen op: »La dame chante dulcement, la voiz accord a l'estrument, les mains sunt beles, li lais bons, dulce la voiz et bas li tons."
Het was telkens de zelfde slag, dezelfde davering, dezelfde bons, als vernomen door dikke muren, boemmm... boemmm... regelmatig, zonder ophouden, zonder genade.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek