Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 oktober 2025


Wij hebben woorden gekregen, en toen heb ik hem den bons gegeven! Het is een echte gierigaard!" "Maar hij had je toch aardig in de kleeren gestoken, ten minste te oordeelen naar den keer, dat ik je eens gezien heb."

Aztalpa's moeielyke keus... staande en liggende regels van 't vers dat-i niet had kunnen maken... de bons van z'n val, toen-i in z'n ziekte Femke's stem gehoord had... de wilde bruiloft van 't bleekgoed... pater Jansen met de zaligheid... alles was hem één verwarde klomp herinnering. En hy nam zich dit kwalyk, als iemand die door slordigheid iets kostbaars liet verloren gaan of bederven.

Reggy!.... Reggy!.... Wie was die Reggy?.... Was dat de oudste zoon, die in Philadelphia woonde? Heette hij werkelijk zoo? Had ik hem niet een paar keer anders hooren noemen, terwijl ze mij zijn portret op de piano toonden?.... Eensklaps kreeg ik als een bons in 't hart, terwijl ik mij heel duidelijk herinnerde. Basil, heette hij, Basil!

Korenaar, wat talm je toch! haast u dan, in 's Hemels naam!" Bons, bons! klonk het op de deur. "Mijnheer, sta spoedig op!" riep de knecht. "Dames, dames! haast u, wat ik u bidden mag!" riep weldra eene andere stem, die door Ambrosine herkend werd. "Ja, wij komen!" riep Mevrouw, en deed de deur open. Torteltak nam Ambrosine bij de hand, en trok haar voort.

Het was of een storm in het gebouw raasde, de steenen wanden langs reutlend, schor-gierend door stukgeslagen ruiten en met grooter geweld joel-fluitend in hoeken waar ijzer en steen meerder weerstand boden. In de verre diepte der gang kraakte 'n geul rood en vlammen uit een oven, met berstende walmen van roet de metalen bons van een deur sloot het weer af.

Laat uw geschrift eens zien. VICTOR, mompelende. Met zijne bons altijd! Wat kan ik daarmee doen? 'k Ben er vet mee, met zijne bons! Ai mij, mijn oor! EDWARD, tot den meester. Meester, het is zijn geschrift van gisteren. Hij heeft daar straks eenen grooten Rubbens in zijn cahier gemaakt. DE MEESTER, tot Edward. Zwijg! gij weet dat ik geene overdragers kan lijden. Zijt gij er altemaal?

Gedurige flikkeringen gloorden door de lucht als de lichtstriemingen van een ver onweer. Toen plotseling kraakte een slag zoo geweldig dat ik staan bleef en den bons voelde van mijn hart. De straat schokte en dreunde, er liep als eene siddering van de aarde onder mijne voeten. Ging de stad zelf nu werkelijk beschoten worden? Was het een fort dat in de lucht sprong of een Zeppelin die bommen wierp?

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek