Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juni 2025


Op den morgen, toen het feest aan de hoeve zoude plaats hebben, zorgde hij een half uur voor de andere gasten aanwezig te zijn: en, in zijn koets verscholen, reed ik naar Huizen, waar mij een boot wachtte, die mij naar den boeier bracht van den Heer Blaek, met welken ik naar dit vaartuig werd gesmokkeld, hetwelk gedeeltelijk door hem bevracht is, en waar hij voor mij en mijn dochter plaatsen had besproken.

Al had ik niet met dien boeier om 't hardst gezeild, wij waren toch niet vrijgekomen." "Mocht de drommel!" zeide Klaas, wiens zeemansrondheid deze logenachtige verontschuldiging niet verdragen kon: "Jan Pergens lag warm en wel binnen Muiden, toen het zware weer begon: en dat hadden wij ook kunnen doen."

Geen wonder, dat hem dit verdroot: den volgenden dag vertrok hij, zich al vechtende een weg door de menigte banende, ondanks den hevigen storm, met een boeier naar Amsterdam, waar hij, door tusschenkomst van den burgemeester Nicolaas Witsen, met wien hij zeer bevriend was, eene woning betrok op de werven der Oostindische Compagnie.

Hier zag hij achter zich om, met een angst op het gelaat, als ware de boeier een roofschip geweest: "'t Is maar voor tien minuten, Mevrouw! om hem mijn meerderheid te toonen; en dan zeilen wij in een ommezien weer terug naar de hoeve." "O! nu gaat het recht pleizierig, Mevrouw!

"Bedrieg ik mij?" vroeg Schipper Holmfeld, die middelerwijl met zijn kijker naar den kant van het Vlie had uitgezien: "of is het de boeier, die den Heer Bos aan boord gebracht heeft, die ginds komt opzeilen? Gelieft UEd. eens te zien?" "Inderdaad!" zeide Van Lintz, na op zijne beurt te hebben uitgekeken: "ik heb er niet veel opgelet; maar nu gij 't zegt, hij heeft er veel van."

Het werptuig bereikte echter zijn bestemming niet; maar viel halverwegen in het water; terwijl een schaterend gelach van den anderen boeier oprees en deze mislukte poging eener machtelooze woede bespotte: al hetwelk Lodewijk nog gramstoriger maakte. "Foei Lodewijk!" zeide Henriëtte: "is dit nu handelen gelijk een fatsoenlijk man betaamt?"

"Neen voorwaar!" hernam hij: "ik heb ook in mijn jongen tijd een boeier gehad; maar ik ben er vroeg mede uitgescheiden: ik trof nooit goed weer: de spullen waren altijd onklaar: ik kon nooit een geschikten helper krijgen: ik was altijd ongelukkig in al dat soort van ondernemingen.

De voornaamste ingezetenen van Zaandam, o.a. de heeren Calff en Bloem, maakten kennis met hem, en al spoedig schonk hij hun zijn geheele vertrouwen. Met Bloem maakte hij eens in een boeier een zeiltochtje op de Zaan. De vele molens, die hij zag, wekten terstond zijne aandacht.

En, werkelijk, nog dien zelfden avond voerde de boeier van Reael hem en De Wael, benevens zekeren bontverkooper, Matthijs Janszoon genaamd, en Kromhout met zijne vrouw en veertienjarig dochtertje het IJ uit. Den tweeden Mei kwam het gezelschap te Medemblik; doch zich daar niet veilig achtende, trok het met een karveelschip naar Wieringen.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek