Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 november 2025


In 't blonde bosch, in 't groene bosch Vol wiegelende, wuivende ranken, Vol vluchtige schaduw en biegegons En weemlende vonken op stammenbrons En pluimige varens en mossendons, Zwol 't hart mij van jublende klanken.

En daarom talmde hij, talmde hij, in den stortregen, in zijn arm den knaap, als een kind, wiens blonde hoofd lag op het breede, harde kussen van zijn Herkulischen schouder.... Daarom talmde hij, om Fortuna en zich een kans te geven. Cecilianus zuchtte op, opende de oogen. O, lief kind! Zoete jongen!! mompelde de Jager hartstochtelijk en hij drukte Cecilianus in vervoering tegen zich aan.

De jonge man stond nog even bij 't molenrad, en ging toen over de steenen brug het dal in, langs het beekje, dat heengleed als gisteren, en als eergisteren, zooals het nu nog heenglijdt, langs de groene oevers, langs de zingende bosschen. Nog een paar malen kwam het blonde meisje bij 't zwarte molenrad; maar moe en dof zagen haar oogen 't wemelend gewentel aan.

Zij zag er frisch en gezond uit met haar roode wangen en heldere, blauwe oogen en het gladgestreken blonde haar kwam even onder het donkerroode wollen mutsje te voorschijn, dat zij onder de kin vastgestrikt droeg.

Hij kreeg blonde haren en bloeiende wangen, en als slangenoogen blonk zijn blik. De knaap werd flink en sterk, leerde pijlen snijden, bogen buigen, het schild hanteeren, speren slingeren, paarden temmen, en oefende zich in zwaarden zwaaien en in zwemmen. Eens, dat Oerman wederkeerde uit het woud, gaf deze hem zijn naam, en noemde hem zoon.

Dat familielid was een jonge blonde man met een prachtige, kurkentrekkerachtig opgedraaide snor, de echte angel, waaraan onervaren jonge meisjesharten blijven hangen.

Ze dacht niet wie ze waren, had ook niet de beteeknis van hen in bewustzijn, hoewel ze heel goed wist wie of ze waren in 't onbewuste van haar had alleen het gevoel dat zij daar die menschen zag. Zij ging verder, en het visioen verdween, zooals een gedachte verdwijnt, ze ging hooger en hooger in de blonde heuvels. Boven gekomen zag zij verre zee in klaar-blauw fonkelen.

Zien kon ik hem niet, doch in de duisternis, die mij omringde, riep ik zijn gestalte voor mijn gedachten op en ik onderscheidde hem duidelijk, verdrietig de arme vrouw in zoo'n treurigen toestand te vinden. Wat moest zij niet schoon zijn, zooals zij daar zat, haar blonde haren losgeknoopt, met haar bleek gelaat, de kleine handjes gloeiende van de koorts.

Twee rijen tanden, helder als kristal en witter dan de sneeuw der Zwitsersche bergen, parelden in haar kleinen mond, en hare haren die, gedeeltelijk zichtbaar, in sierlijke lokken langs hare slapen nederhingen, waren van die satijnachtig blonde kleur, op welke de Hollandsche maagden zich met recht mogen verheffen.

"Wees nou niet kinderachtig, vrouwtje... Er is niets, er is niets gebeurd... Laat me nou even rustig zitten." Ze zweeg, aanduwend het blonde hoofd tegen zijn borst. Hij hoorde precies de rustige ademgeluidjes, keek in de kleine gasvlam, die nu weer leek een vlinder met onrustige, gele, vleugels. Kwam het dan weer terug.

Woord Van De Dag

kei

Anderen Op Zoek