Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 mei 2025
Zoodra zij dit gedaan had, trok zij zich haastig in den harem terug; bij het oplichten van het gordijn, zagen wij, bij het wemelend licht van eenige walmende lampen een aantal vrouwen en kinderen, te midden van een verwarden rommel van kistjes, koffers en kussens.
Wie haar ook slechts vluchtig heeft doorreisd op een schoonen lente- of zomerdag, heeft bij zichzelf een voorstelling bewaard van onafzienbare groene weiden. Licht groen het gras, donkerder groen daartusschen het kroos in de slooten. Tot den gezichtseinder heel de vlakte wemelend van ontelbaar vee.
Hij ging links af, de straat langs waar de vele boomen den hemel onderscheppen met hun wemelend, zacht-zilverig groen. Hij zag de huizen met hunne puntgevels naar hem kijken. Hij zag de breede poorten overspannen met den ronden boog van baksteen: hij voelde ze als meewarig met hem begaan. Dáár stond een bloeiende fuchsia voor 't open raam, in de stilte van haar gemijmer, met den onbewegelijken regen harer losgebloeide tranen van rood en paars. Langs een enkelen ouden gevel klom een groene wingerd tusschen deur en venster op, en spreidde er de weligheid zijner lange ranken uit, die in de ijlte grepen naar een steun dien zij niet vonden,
Haastig ging zij zitten, maar hoe ze er zich ook over bukte, hoe ze zich in de werkstemming trachtte te brengen, het landschap, dat voor haar oogen lag, warrelde alsof er een wemelend vlies over gespannen was. Zij kon maar niet tot rede komen. Zij liet het teekenen weêr in den steek en nam een duitsch boek van het boekerekje, om wat te lezen. Maar dit lukte ook niet. Zij liet het boekje liggen.
Den kerktoren herschiep zij in eenen wachter met metalen helm en pantserkraag; het boschje in eenen zuilentempel; het grasperk onder de boomen in wemelend mozaïek; den dauw, die wijd gestrekt lag over Schieland's velden, in eene zee van ongepeilde diepte, bezaaid met dreigende klippen, die koebeesten, en met geheimzinnige eilanden, die boerenhofsteden waren.
Hier en daar onderscheidde hij in dit wemelend wanstaltig geheel, nu eens in zijn nabijheid, dan veraf en op onbereikbare vlakten, een helder verlichte groep of eenig voorwerp, hier den opzichter met zijn stok, dáár den gendarm met zijn sabel, ginds den gemijterden aartsbisschop, zeer hoog boven dezen, in een soort van stralenkrans, den gekroonden, oogverblindenden keizer.
Eensklaps bemerk ik op den grond allerlei wemelend gedierte, dat ook de vrijheid heeft genomen over mijn gezicht te wandelen. Wij zijn bijna geheel overdekt met scharen van ongedierte, door de vorige bewoners achtergelaten; terwijl reusachtige spinnen langs de leemen muren zijn afgedaald en over den vloer rondloopen. In een oogwenk snel ik naar de deur en trek het gordijn weg.
Maar de verblindende pracht dier kathedralen haalt toch niet bij den treffenden aanblik van die drie of vier glimmende lichtjes, verloren te midden der eeuwige duisternis, maar die met hun wemelend schijnsel de ruwe harten van zoo velen, althans voor een enkelen dag, met hoop en vertrouwen vervullen.
Zij zag mij niet... Toen ik naderde, bespiedde ik, hoe hare zeer donkere lokken langs haar roomblank gelaat neêrvielen als met twee donkere druiventrossen. Met een grooten reiswaaier van palmblad beschutte zij, opgeheven de eene arm, uitkijkende, zich den blik... De ondergaande zon wierp een halo van wemelend stofgoud om haar heen, waar zij stond op den wit stoffigen weg.
En hij zag uit het eene opene, glaslooze raampje; dat zag uit over de Suburra, de Carinæ en het Forum heen, in de richting van den Palatinus en den Capitolinus.... Achter den tempel van Jupiter Capitolinus daalde de zon in een wijde stofpoeïering van gouden atomen, in een stralenkrans van wemelend goudstof.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek