Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juli 2025


Op vele plaatsen ziet men nog de ouderwetsche puntgevels en lage deuren, ja tot zelfs de uithangborden en windwijzers van het voorgeslacht. De oude stad bevat twee pleinen: het Marktplein en het Hottentottenplein; doch tegenwoordig is een viermaal grooter plein buiten de stad tot markt bestemd en hier ontbreekt het het geheele jaar door niet aan vruchten.

Ga bij de geschutgieterij aan land, wandel de woelige kaai weder af, sla een der smalle bochtige straatjes in, die deze karakteristieke, volkrijke buurt doorsnijden; en weldra betreedt ge de Groote Markt, het forum der stad, een fraai langwerpig plein, omzoomd door de antieke puntgevels van de voormalige gildenhuizen, en dat voornamelijk zijne vermaardheid dankt aan eene hooge zuil, waarop eene groep der Gratiën prijkt.

Onder den erker van de brouwerij Schmidt, vroeger de kommanderij van Sint-Jan, uit het begin der zestiende eeuw en in gothischen stijl gebouwd, ziet men twee medaillons met de beeltenissen van den Keizer en den Roomsch-Koning. Nog andere huizen prijken met erkers en torentjes met wenteltrappen en kruisramen met houtsnijwerk. Overal verrijzen hooge puntgevels in menigte.

Naarmate ge hooger klimt, breidt het panorama zich voor u uit; de heuvelen wijken of laten tusschenruimten open, die u kijkjes gunnen in het verschiet; soms bespeurt ge geheele stukken van de stad: eene opeenhooping van daken en puntgevels, waarboven de hooge schoorsteenen der fabrieken uitsteken.

Van zijn huis naar school en van zijn huis naar den poesjenellenkelder in de naburige Boogaerdtstraat, ging hij door zijn schilderachtig Sint-Andrieskwartier, dat stadje in de stad, met zijn naïeve lievevrouwbeelden tegen vele ziekten, boven lantarentjes op de hoeken van de straten, of in een bocht tegen 't verweerde geveltje; de stad van steegjes en puntgevels, nauwe gangen en, omklemd door huisjes, een kerk met grooten toren, die brokkelig reusachtig boven die armoede rijst.

Naarmate ge hooger klimt, breidt het panorama zich voor u uit; de heuvelen wijken of laten tusschenruimten open, die u kijkjes gunnen in het verschiet; soms bespeurt ge geheele stukken van de stad: eene opeenhooping van daken en puntgevels, waarboven de hooge schoorsteenen der fabrieken uitsteken.

Ondanks kleine verschillen van plaatselijken aard, gelijken al deze stadjes van het elzasser wijnland zeer sterk op elkander, en vertoonen hetzelfde karakter. Overal ziet ge dezelfde oude muren, dezelfde oude grauwe, ronde of vierkante torens, dezelfde nauwe straten, dezelfde huizen met puntgevels, afgewisseld door enkele nieuwerwetsche woningen.

Hij ging links af, de straat langs waar de vele boomen den hemel onderscheppen met hun wemelend, zacht-zilverig groen. Hij zag de huizen met hunne puntgevels naar hem kijken. Hij zag de breede poorten overspannen met den ronden boog van baksteen: hij voelde ze als meewarig met hem begaan. Dáár stond een bloeiende fuchsia voor 't open raam, in de stilte van haar gemijmer, met den onbewegelijken regen harer losgebloeide tranen van rood en paars. Langs een enkelen ouden gevel klom een groene wingerd tusschen deur en venster op, en spreidde er de weligheid zijner lange ranken uit, die in de ijlte grepen naar een steun dien zij niet vonden,

Ga bij de geschutgieterij aan land, wandel de woelige kaai weder af, sla een der smalle bochtige straatjes in, die deze karakteristieke, volkrijke buurt doorsnijden; en weldra betreedt ge de Groote Markt, het forum der stad, een fraai langwerpig plein, omzoomd door de antieke puntgevels van de voormalige gildenhuizen, en dat voornamelijk zijne vermaardheid dankt aan eene hooge zuil, waarop eene groep der Gratiën prijkt.

Het slaat tien uren als wij onzen intocht houden in Kaysersberg. De oude toren van Barbarossa verheft zich in de lucht boven de ouderwetsche puntgevels van de oude keizerlijke stad. De eene zijde van den toren is in schaduw; de andere wordt verlicht door het bleeke schijnsel der maan in haar laatste kwartier. Beneden ons hooren wij, te midden der plechtige stilte, het murmelend ruischen van de Weiss, die, even als wij, van Alspach komt. Er is niemand meer op straat te zien. Slechts nu en dan, met groote tusschenruimten, hangen enkele berookte lantarens aan dwars over de straat gespannen ijzerdraden, en zenden haar flauwe stralen in duistere hoeken. Waarom ook zou het gemeentebestuur geld uitgeven voor eene betere verlichting; gaan niet de meeste menschen hier met de kippen op stok, zonder zelfs de waarschuwing van den nachtwaker af te wachten? Daar komt hij ginds juist den hoek om, de eerwaardige nachtwaker, met zijn hellebaard in de rechter- en zijne doffe lantaren in de linkerhand. Daar heft hij, met min of meer schorre stem, zijn lied aan, in het eigenaardig lokaal dialekt: Horih

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek