Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 juli 2025


De hoofdman antwoordde niet dadelijk, en de nu ingetreden stilte duurde eenige minuten. Dat was bepaald een teeken, dat de naam van den jager indruk gemaakt had. Eerst na verloop van eenige minuten deed de stem van den Grooten Wolf zich weer hooren: "Het bleekgezicht wil ons wijsmaken, dat hij Old Shatterhand is; maar wij gelooven hem niet.

Ik heb mijn rafters, en de jagers, die bij hen zijn, naar een plaats gezonden, die ongeveer een uur rijdens beneden Eagle-tail ligt. Daar houden zij het oog op de tramps. Tante Droll is óók bij hen." "Oef!" riep de Apache, terwijl zijn doorgaans ernstig gezicht in een vroolijke plooi kwam. "Die Tante is een ferm, dapper en verstandig bleekgezicht. Winnetou zal hem gaan opzoeken." "Mooi zoo!

"De Groote Wolf is een fier krijgsman, hij onthoudt nooit de woorden van een bleekgezicht." "Dan wil ik uw geheugen even opfrisschen. Ik heb u gewaarschuwd, als gij ook dezen keer weer uw woord niet hieldt, dat het dan uw dood zou zijn. Gij hebt opnieuw uw belofte geschonden, en bijgevolg zult gij sterven!" "Wanneer?" grijnsde de Wolf. "Morgen." "Door wiens hand?" "Door de mijne."

Overigens ben ik bang voor heel iets anders; ik vrees, dat de Roodhuiden niet dadelijk tot onzen dood zullen besluiten." "Dus, dat zij ons op vrije voeten zullen stellen?" "Ook dat niet. Hun verbittering tegen de blanken is zoo groot, en ik moet erkennen zoo gerechtvaardigd, dat zij aan geen gevangengenomen bleekgezicht zoo maar zoetsappig zijn vrijheid terug zullen geven.

"Mijn blanke broeder vergist zich misschien," antwoordde Winnetou. "Dat bleekgezicht heeft stellig deze streek niet verlaten zonder zich eerst te vergewissen hoe het met zijn kornuiten afgeloopen is. Als wij nu zijn spoor volgen, zal dat ons bepaald naar den Eagle-tail brengen." "Ik ben overtuigd, dat het vermoeden van mijn rooden broeder juist is.

Hij liep langzaam, voetje voor voetje en met zijn bovenlijf diep ter aarde gebogen, een kort eind weegs op het pad verder het bosch in. Vervolgens terugkeerende, zei hij fluisterend in de taal der Utahs, die deel uitmaakt van den Sjosjonischen tak van den Sorarataalstam: "Er is hier een bleekgezicht geweest vóór den tijd, dien de zon noodig heeft om een spanne ver te loopen.

Hij, de hoofdman van een rooden stam, verstond dit stellig beter dan zulk een bleekgezicht. Zijn inwendige wrevel werd hoe langer hoe erger. Hij zou zoo gaarne aan die bleekgezichten doen zien, dat hij een persoon van gewicht was, dien men niet mocht voorbijgaan. Als de Roodhuiden eens iets in hun schild voerden, en het hem gelukte dat te ontdekken!

Het is stellig het paard van dat bleekgezicht, dat ons voorbij is gereden." Zij stegen af en bonden hun paarden insgelijks vast. Er was geen mensch in de nabijheid; en toen zij de nederzetting overkeken, zagen zij ver-af drie of vier personen, die zoo vroeg reeds in den ochtend geeuwende naar buiten kwamen en naar de lucht opzagen om te zien welk weer het was.

Roode man zijn goede man. Bleekgezicht zal dat ondervinden." "Maar wie zijt gij dan? Gij behoort in elk geval volstrekt niet tot een oeverlands- of een prairie-stam. Naar uw uiterlijk te oordeelen, vermoed ik veeleer, dat gij uit Nieuw-Mexico komt en misschien een Pueblo zijt." "Kom uit Nieuw-Mexico, ja, maar geen Pueblo zijn. Zijn Tonkawa-hoofdman, heet Groote Beer, en dat mijn zoon."

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek