Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juli 2025


God stak het aan, het brandt lijk de zonne gloort, totdat het uitdoove. Doch God stak ook het vuur aan der wrake, dat smeult in mijn hert. Het zal wezen het zweerd, het vuur, de koorde, de brand, de verwoesting, de oorlog en de val van de beulen! Gij zijt schoon, zegde zij treurig, hem op beide wangen kussend; maar zwijg toch. Waarom weent gij? vroeg hij.

Inderdaad, reeds drie of vier verminkte lijken lagen daar in eenen plas bloed, en de beulen stonden nevens de anderen gereed om op het minste teeken toe te slaan. Nu evenwel scheen er eene opschorsing in het werk der beulen te zijn gekomen; want reeds eene wijl hadden zij beweegloos gewacht.

Onmogelijk, heer koning, liever twintigmaal den dood dan zulke vernedering, dan zulke schande. Mijne voorvaderen zien uit den hemel op mij neder; zij zullen daar niet te blozen hebben over de lafhartigheid van hunnen zoon." "Zinnelooze!" riep de koning, over zulke koele hardnekkigheid verbaasd, "gij wilt mij dus dwingen u in de handen der beulen te leveren?" Robrecht zweeg.

En de Geuzen namen den Briel, een versterkte plaats aan de zee, die de Bakermat der Vrijheid genoemd werd. Men was in het begin van de Bloeimaand; de hemel was helder en het vaartuig dobberde statig op de wateren. Uilenspiegel zong: De asch klopt op mijn hart. De beulen kwamen, sloegen Met dolk en vuur, geweld en zwaard. Vuil geld betaalt den vuigen spioen.

De beulen hebben uwe kleederen uitgerukt, en U hardvochtig met zwepen en roeden geslagen. Zij hebben eene kroon van doornen op uw hoofd gedrukt. Zij hebben uwe handen en voeten met plompe nagelen doorboord. Zij hebben U met gal en azijn gelaafd. Zij hebben U aan het Kruis opgeheven, waaraan Gij gestorven zijt om mijne zonden uit te boeten. Ten slotte hebben zij uw H. Hart met eene lans doorboord.

Plunderende zijn zij tot den Dam toe verder getrokken, en dat zij onbarmhartig hebben huisgehouden ... maar daarover behoef ik tegen jou niet te spreken. Die beulen! Aan de galg moeten zij, tot den laatsten man toe! Maar zeg mij nu, Marten, wat is je plan? Waarheen denk je je te begeven?" »Ik weet het niet, Jan Slob, ik weet het niet.

"Door middel van dezen pijl, dien ik in de vlucht heb opgevangen en waaraan ik een briefje zou vasthechten, dewijl die negers onze taal niet verstaan." "Uwe plannen zijn onuitvoerlijk, mijne vrienden, de grootste moeielijkheid voor dien ongelukkige zou zijn, zich te redden, toegestemd dat hij de waakzaamheid zijner beulen kon misleiden.

Vruchteloos is elke poging; tevergeefs is alle uitzicht op hulp. O Heere God, welk een eeuwigheid! Maar straks is ook die laatste strijd gestreden, en de sneeuw ontdooit niet meer van de verstijfde lippen, met wier laatste smartkreten zich telkens de aanklacht eener schoone waanzinnige vermengde, het nooit vergeten: "Beulen, moordenaars!"

In zijn vlagen van losbandige onverschilligheid had hij me meermalen gezegd, hoe zot hij het vond zich zoo af te beulen op zijn bakkes. Maar opnieuw zochten zijn oogen verstrooiïng en hij zei: «Ze hèt 't leelijk te pakken." Hij sprak van de poes, die in elkaâr gekrompen zat in de kussens van den rieten stoel onder het raam.

Ben je zoo goed? vroeg Carpoforus teeder aan Cecilianus. De knaap knikte tevreden. Het tooneel veranderde. Het kruis werd zichtbaar, een T gelijk. Door het onweêr heen snerpten de fluiten. De orchestra stroomde leêg. In het Theater hoorde men van buiten het verwarde geschreeuw om de draagstoelen, het tumult der duizenden. Daar werd Laureolus door de beulen op het proscænium gesleept.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek