Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
„Zoo! En wat kan ik dan eigenlijk voor je doen?” „Ik wou probeeren om ’n benefiet te geven!” „Ei! Ei!” „Ik weet wel, Willem, dat ’t moeilijk zal gaan bij deze directie, want die kent mij niet. Bij de vorige heb ik eens een benefiet gehad, maar
Ik moet, vóórdat ik mijn benefiet bepaald annonceer, zekerheid hebben voor de avondkosten.” „Hoeveel?” „Driehonderd gulden!” „Hm! ze hebben je schappelijk behandeld.
"Hoeveel heb jij met je laatste benefiet gemaakt?" vroeg een der actrices aan haar vriendin. "Ik heb slechts zes francs overgehouden; de rest heeft mijn modiste genomen. Als ik niet bang was voor winterkloven, dan zou ik naar St. Petersburg gaan." "Wat? Nog geen dertig jaar en dan wil je al naar Rusland gaan!" "Wat zal ik je zeggen? En is jouw benefiet gauw?" "Over veertien dagen.
"En in het orkest geen kip!" "Lieve Hemel; haar naam op het affiche werkt als een luchtpomp." "En dan nog zoo verwaand, om de prijzen te verhoogen." "Een mooie benefiet. Ik wed, dat de recette in een spaarpot of in een hiel van een kous kan." "Daar is ze met haar fameus costuum met rood fluweelen linten." "Zij ziet er uit als een gekookte kreeft."
Van jou neem ik dat aan; ’k zal ’t dadelijk weerom geven na mijn benefiet.” „Ja! dat komt wel terecht; en als ik soms verder iets voor je doen kan.... Hier heb je een muntje.” „Dank je, Willem!
„’t Is een steen van mijn hart, Pietersen! dat alles zoo goed is gegaan; de zaal wordt vol,” zegt Walten op den avond vóór het benefiet tot den souffleur, die hem als naar gewoonte bezoekt. „C’est clair, mon Prince!” antwoordt Pietersen, en met een schuinschen blik uit zijn knippend rechteroog voegt hij er bij: „En is ’t nu wat beter gegaan op de repetitie?” „Hoe bedoel je?”
Een oogenblik zit Walten in gedachten voor zich te kijken en zegt dan: „Als ik nu maar ’t geluk heb, dat mijn benefiet zooveel opbrengt, dat ’k haar kan laten genezen, dan.....” „Hoeveel moet er wezen?” „’n Goeie vijfhonderd, op z’n minst.” „Hm! die blijven er wel over, als ’t een beetje vol loopt.”
„Toen werd dat zwijntje verloot, en ze hielden niet op: ik moest een lootje nemen. Jij een lootje op ’t zwijntje, en wij lootjes op je benefiet, zeien ze, en ik heb er heel wat geplaatst; alle beetjes helpen; voor m’n benefiet moet ik eerst de kosten hebben. Bij de fijne lui raak ik die plaatsen niet kwijt.
Waarachtig! ik deed het toen, omdat ik moest.... #Zóó perst de nood zóó dwingt het lot tot buigen!# reciteerde hij, eensklaps weer in den tooneeltoon vervallend. Later ben ik nog een poos geëngageerd geweest in Rotterdam, maar ze zett'en me ook daar den voet dwars en nu probeer ik het eens met een benefiet; de collega's helpen me.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek