Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


Als ik u 'n raad mag geven, blijf dan in uw straatje, ge gaat u weder onnoodig moe maken om sneeuwbergen te zien... wat hebt ge nu aan sneeuwbergen en koeien met bellekens rond den nek?... Niks! En er kan een ongeluk met den trein gebeuren, dat leest ge toch dagelijks in de gazet... Ge kunt in een afgrond vallen en morsdood zijn!

In de Kruisstraat gekomen, bleef men voor het huis staan, om den gevel te beschouwen; er was een klein balcon, waarvan veelkleurige bloemen in kransen nederdaalden; er stonden insgelijks bloemen achter de vensters, meestal roode fuchsia's, en dit deed moeder Damhout opmerken, dat zij altijd eene soort van voorliefde voor die koraalroode bellekens had gehad.

Eensklaps blijft hij staan; hij glimlacht zoo zoet! zijne lippen stamelen een bevallig welkom. Dáár, voor hem, staat het lieve Sneeuwzotteken met zes zilveren bellekens te pralen.

En dat is nu die fameuse reis naar Zwitserland, waar van alles te zien was... die koeien met bellekens en die bergen met sneeuw... Awel, dat is puur afzetterij En dat kost nu zoe maar in de gauwte twee-honderd-vijftig frank... En waar is nu die Riga? In den Zwanengang, treiterde Snepvangers.

Uilenspiegel liet zijn knecht en zijn ezel op straat en klom in de dakgoot. Daar deed hij de bellekens klinken en strekte de armen wijd open, alsof hij vliegen ging. Dan bukte hij zich naar koning Philippus, zeggende: Ik dacht, dat niemand dan ik in Antwerpen zot was, maar ik zie, dat de stad vol gekken is.

Dan zou de wind ook, van 's morgens tot 's avonds, met my spelen en myne bellekens doen waggelen; ik zou de blauwe lucht zien en de lieve biekens zouden mij ook komen kussen en streelen...." Het heidebloemken heeft menschelijke zinnen.

Hoort!! Hoort! Hoort! herhaalden zacht de edelvrouwen en zij staken allen, luisterend, vingerkens in de lucht. Toen, glimlachend, luisterde, ook de koninginne Ysabele. Alle de vrouwen zongen de muziek na en ook Guenever, verrukt, zong mede. En zij glimlachten allen en zongen. En de vogelkens klaterden hooger en de bellekens klinkelden lager. En het was

Aan de mouwen van zijn kleed zag men aan een puntigen elleboog een paar vergulde bellekens. Ook droeg hij puntleersjes, met een belleken aan elken top. Zijn ezel, getoomd met karmozijnzijde, droeg op elke bil het schild van Antwerpen, met fijn goud geborduurd. De knecht hield met de eene hand den ezel bij den kop en met de andere eenen tak, aan denwelken een koebelletje klingelde.

Het geen te weeg brengt, dat het Hert merkelyk uytgespannen wort, en sig in de Spuit vertoont, als of het vol bellekens en blaaskens was, en ook soo wort het bleeker, doorlugtig, en ongelyk van facie, dat syn oorspronk neemt, om dat de beweegende Vesels en vleesige pylaargewyse draaden overal niet even dik syn, waar door de eene plaats van het Hert, tusschen de pylaargewyse draaden, meerder door de ingeperste lugt uytgeset wort, als de andere: waar op dan volgt, dat het droppelken water in het glaase pypken synde, opwaarts bewoogen wort.

De soldaet lag op een bed van wilden Thym; het geurde rond hem in zoeten balsemdamp. De lieve Veldklok boog hare bellekens over zyn voorhoofd; lager, aen zyne voeten, hief de hemelblauwe Gentsiane hare prachtige kelken tot hem op."

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek