Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
De poesjenel kon zijne armen toeklappen, als men op zijn buik neep, en dan rinkelden de twee bellekens, die aan zijne mouwen hingen. Tante Olympe neep maar gedurig op den houten buik en de poesjenel smeet zijne klinkende armen gedurig saam, en Wiezeken was bovenmatelijk gelukkig.
Want beneden den Wonderboom, wees des gewes, o Ysabele, is behendelijk en met list gewrocht een duiwere en daarin staan wel zestien mannen en hebben acht blaasbalgen in de handen en daarmede jagen zij met groote kracht wind in den Boom, van beneden in de wortelen tot boven in den top en wen zij bewaaien de vogelkens en mede de bellekens, zingen en klokkespelen zij allen zoo schoon te zamen... Hoort!
En hij wilde wel weten of mogelijk die donkere zekerheid het voorgevoel was, dat nooit wordt bewaarheid. De avond daalde over de heuvelen, de klank der bellekens die de koeien droegen werd kleiner in de verte en zoo hij een bed wilde hebben voor de boeren in 't gehucht te ruste waren, moest hij voort.
De hooge bergen vol sneeuw, die schoone valleien en meren... die koeikens met bellekens aan den hals, dweepte madame. Maar Mama toch, bracht Snepvangers verbluft in 't midden. Ja, vóór ik sterf wil ik Zwitserland gezien hebben, bekende Madame in vervoering, en gij gaat mee, zei ze verteederd, want zonder u zou ik niet gerust zijn tusschen al die vreemde menschen in de hotels.
Bij zessen en zevenen zongen de vogelkens hunne liedekens, hoog en laag en toen begonnen ook de bellekens aan de bladerkens te klinkelen, hoog en laag en het stemde alles te zamen met melodië en met harmonië, en Guenever zeide, aandachtig heffende haar vingerkijn: Hoort gij, wellieve Ysabele? Schooner muziekboom en klinkelt er niet voor de engelen in Paradijs!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek