Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 oktober 2025


Daar echter een auteursrecht op werken van beeldende kunst in ons land in het geheel niet bestaat, is natuurlijk eene bespreking van dezen aard hier uitgesloten.

Want wat wij naast de beeldende kunst nog weten van andere levensuitingen dier tijden, het is alles uitdrukking van schoonheid en stille wijsheid: de muziek van Dufay en zijn gezellen, het woord van Ruusbroec en Thomas a Kempis.

De diepe gevoelswaarde van de beeldende kunst is hun nog niet bewust geworden, althans niet zoo, dat zij die konden uitdrukken. Het feit, dat uit het overgroote deel dier litteratuur voor ons alle geur en heerlijkheid geweken is, terwijl de kunst ons dieper roert dan mogelijk ooit den tijdgenoot, valt te verklaren uit het fundamenteele verschil van de werking van kunst en woord.

Ik heb hier nu twee boeken over kunstenaars voor mij liggen: een van Anna van Gogh Kaulbach, Voor Twee Levens, dat ons een daad laat zien, die, op de boven omschreven wijze, "mooi" gevonden wordt en een van Æg.W. Timmerman, Leo en Gerda, dat ons daden toont, die hinderlijk en ridicuul zijn. Als weerspiegeling van maatschappelijk gebeuren en in den psychischen oorsprong daarvan beschouwd, zal ik nu wel, vermoedelijk, in het voorafgaande over den inhoud van beide voldoende hebben uitgeweid, laat mij dus nu voornamelijk hun waarde als kunstschepping keuren. In Voor twee Levens is in Ada de groote artisten-natuur gebeeld, die, gedwongen door het haar beheerschende Scheppende Vermogen, alle gewoon-menschelijke gevoelens onder den voet loopt. Welnu, ofschoon ernstig in aanmerking nemend, dat niet al het bijwerk even goed gelukt is, dat vooral het boek rustiger had kunnen en moeten geschreven zijn, waardoor, naast de vele uitmuntende beeldende zinnen, enkele cliché-achtige en slordig-globale vermeden waren geworden is en blijft deze arbeid een geslaagd kunstwerk, omdat een uiterst moeilijke taak: het beelden eener zeer zeldzame uitzonderingsfiguur, met behulp van het naturalistische, dramatisch-plastische werk-procédé er uitstekend in is gelukt. Niet genoeg kan ik de doorvoelings- en voorstellingsmacht roemen, waarmede in Ada, als bij stukjes en beetjes, als door een levende mozaïek-van-vele-kleine-handelingen, het bezeten-zijn van den drang tot scheppen wordt gebeeld. Hoe allervoortreffelijkst is, hoe innig heb ik [p.50] genoten van die, door treffende waarheid prachtige, uitbeelding van den angst eens kunstenaars voor storing op dat begenadigde oogenblik, dat de scheppingsdaad zich zal voltrekken.... Hoe leeft men daarin mee ... daar geluiden naderende stappen, daar gaat een stem opklinken ... o, even, éven nog ... breek de nervig-bevende en als zich wanhopig-instr

Platte gronden, doorsneden en dergelijke moge men teekeningen kunnen noemen, werken van beeldende kunst zijn zij zeker niet.

Er is n.l. een brief van haar bewaard gebleven aan Dunois, en deze brief is, volgens gebruik van dien tijd, verzegeld geweest met een afdruk van haar cachet in was en een zwart haar: een haar van de afzendster. Dit zijn ongeveer de eenige gegevens waarover de tallooze beeldende kunstenaars hebben beschikt, die in de laatste vijf eeuwen, door Jeanne geïnspireerd, haar beeltenis hebben vervaardigd.

Swart werd gemaakt, dat het nl. niet consequent is, waar het niet-oorspronkelijke werken betreft, ook de "mechanische bewerking" te beschermen, terwijl in art. 1 van het Ontwerp, waar het auteursrecht in het algemeen is omschreven, alleen van "werken van beeldende kunst" wordt gesproken.

Dat aan de werken van deze soort, die men in het algemeen kan aanduiden met den naam "technische en wetenschappelijke platen en kaarten", en waartoe onder meer gerekend moeten worden: land- en zeekaarten, anatomische, botanische en mineralogische afbeeldingen, bouwkundige en technische teekeningen, schematische voorstellingen van allerlei aard enz. enz., eene afzonderlijke plaats onder de objecten van auteursrecht toekomt, wordt algemeen erkend, en ook dat deze plaats dichter bij die der geschriften, dan bij die der werken van beeldende kunst is gelegen.

Terwijl de beeldende kunst reeds het schilderachtige van den bedelaar ziet, de bekoring van den vorm dus, is de litteratuur enkel nog vervuld van de beteekenis van den bedelaar, 't zij zij hem beklaagt, of prijst, of verwenscht. De prototypen nu van het litteraire realisme der armoede-schildering liggen juist in die verwenschingen.

Wel zou als grondslag daarvan kunnen worden genomen het Wetsontwerp tot regeling van het auteursrecht op werken van beeldende kunst, dat indertijd door de Regeering is ingediend, doch daar dit reeds meer dan een kwart eeuw oud is, heeft het zijne beteekenis als toekomstige wet voor een groot deel verloren.

Woord Van De Dag

veerenbed

Anderen Op Zoek