Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
Terwijl de grootvader in zijn lyrische vervoering naar zich zelven luisterde, bedwelmden Cosette en Marius zich in hun wederzijdsche aanschouwing. Tante Gillenormand zag alles aan, met haar onveranderlijke bedaardheid.
Voor de eene brandde hij van vurige liefde, welke hij echter, op haar eigen verzoek, moest verbergen zonder de reden wáárom te weten, en voor den ander blaakte hij van gramschap, en moest niettemin, met schier ongeloofelijke inspanning, zijne bedaardheid bewaren, om aan te zien hoe die ellendeling haar met zijne zoutelooze gesprekken zocht bezig te houden.
Reinout was Deodaat bestendig ontweken, wanneer zij elkaar bij toeval op straat of in een werkplaats ontmoetten: en Adeelen, die nu een bepaald voornemen in 't hoofd had, zag hen, zoo dikwijls hij hen tegenkwam, met een koele bedaardheid aan, als wilde zijn rustige blik hun te kennen geven: "wij zullen heden maar geen twist zoeken: dat zal zich morgen wel vinden: borgen is geen kwijtschelden."
Ik had haar door toegevendheid bijna voor goed bedorven. Jij was ziekelijk, en ik tobde met je, totdat ik zelf ziek werd. Toen kwam Vader mij te hulp, nam met bedaardheid de teugels in handen, en maakte zich zoo onmisbaar, dat ik mijn dwaling inzag en het in vervolg van tijd niet meer buiten hem kon stellen.
Ons is uw muiterij bekend, en het zal niet lang toeven of gij zult uw ongehoorzaamheid aan een strop boeten." Deconinck antwoordde met bedaardheid: "Mij is de vrijheid des volks dierbaarder dan het leven. Ik zal die schandelijke doodstraf zonder vrees onderstaan, want met mij sterft het volk toch niet er zijn nog mannen die het juk niet meer gewoon zijn."
Dominé De Witt trad met de gewone bedaardheid, die hem altijd onderscheidde, terwijl Letjes arm op den zijne rustte, naar buiten in den tuin, terwijl allen hen volgden. Bij het rozenpriëel bleven zij staan. Een kreet van opgetogenheid ontsnapte Letje, zoodra zij haar lievelingsplek ontwaarde. Zij boog naar de blozende stamrozen, en scheen ze te groeten als oude kennissen.
"Gij kunt begrijpen dat ik moeite had mijne bedaardheid te bewaren," hernam Van Bergen: "vooral daar hij het was, dien ik van zijne jeugd af aan, steeds met weldaden heb overladen. Doch, het was de zoon van mijn besten vriend Robbert! Ik hield mij in, en deed mij voor als doorgrondde ik de laagheid zijner woorden niet. Dit zou u weinig baten, antwoordde ik hem: Oneer is het niet.
De speeltafeltjes werden gezet en er vormden zich drie partijtjes. Mevrouw Stork verklaarde zich een hartstochtelijk liefhebster van omberen, "een charmant mooi spel"; mijnheer Van Hoel zei met al de bedaardheid van iemand, die het dagelijks doet, dat hij er ook wel van hield; en Gerrit moest de derde man zijn. De rest van 't gezelschap verdeelde zich aan twee bostontafeltjes.
Zij maakten echter van den nood een deugd, en traden het hun aangewezen benedenvertrek binnen, waar zij een viertal personen gezeten vonden, die zich, voor zooveel de avondschemering toeliet zulks te onderscheiden, met den geur van de Friesche baai en van het bittere vocht in stille bedaardheid verlustigden.
Ik was onbillijk, want onze makkers daar ginds konden op dit oogenblik niets voor mij doen; maar de verlatenheid waarin ik mij bevond, en de honger, die mij feller begon te pijnigen, deden mij mijne gewone bedaardheid en tegenwoordigheid van geest verliezen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek