Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 oktober 2025


Dat is de dwerg! zeide hij. Burchtzaten, opent den weg voor mijn schildpad! Hij keert terug tot Noordhumberland! Hij gaat konden Koning Clarioen van zijne Schandekarre! En Merlijn schaterde zóo, dat alle de baroenen ook schaterden. De, door de edelvrouwen heel lang stil en achterbaks gehoudene, schoothondjes ontsnapten, liepen toe op den schildpad, die weg kroop en keften.

Er zaten aan de andere tafelen de baroenen des Wonderrijks: er waren hertogen en graven bij en eene hertogin schertste met Amadijs, dien zij bekoorlijk vond, zoo jong en ernstig en zoo lieflijk bijna als een jonkvrouw.... En Gawein, omziende aan des Konings zijde, verwonderde zich wel, vreemd te moede, want al twijfelden alle die gonen, die daar zaten en aten, aan het Wonder, waarvan hun heer de Koning was, er was geen droefenis om hen: zij lachten en dronken en dreven jolijt ende riveel, en Gawein, in zijn geheimste ziel, meende: als het Wonder niet bestond, of niet van machte meer ware, zoû het geheele Rijk toch weldra vergaan!? Zoo als hij meende, dat het Land van Logres, Koning Arturs rijk, lace, vergaan kon, als ten slotte geen Aventure zich meldde en hij zelve niet slagen zoû in de queste.... Maar zulke gedachten schenen niet om te gaan in dier edelen en schooner vrouwen testoyierende hoofden en Gawein, ernstig, verwonderde zeer en plotseling scheen het hem toe, dat twee gevleugelde geniï met omgekeerde, brandende fakkelen, zweefden tusschen de appele-boomen, zichtbaar door de bogen der zale en toen binnen zweefden over de zorgelooze gasten in de burchtzale van den Mirakele....

De baroenen en edelvrouwen, de pagiën en lijfstaffieren, allen zochten, gingen trappen op, trappen af, bestegen de tallooze torens, daalden in de tallooze duwieren af en ook Gawein en Ysabele zochten.

En nu zij alles met eigen oogen in werkelijkheid zag, wat zij eerst nog slechts had gelezen en hooren zingen, vond zij het wel veel bloed, o harde veel bloed, maar zij versaagde niet, zij, de princes van Endi, geboortig uit het bloed van zoo vele strijdbare helden en koningen, en daarbij juichte zij uitermate, dat Gwinebant zoo valiant was en dat Gawein onoverwinnelijk scheen... Tot zij plots, ter zij van de vlakte, Gwinebant, afgeraakt van zijne gezellen, zag in strijd met vijf, niet minder dan vijf, Noordhumberlander baroenen, die hieuwen hier en hieuwen daar en Gwinebant, knellend zijn ros tusschen de knieën, verdedigde zich hier, verweerde zich daar, onder zijn schild, achter zijn schild, dat wendde vlug daar en hier, terwijl hij tevens stak hier met zijn speer, hieuw daar met zijn zwaard, als of hij tien handen hadde gehad, want Ysabele begreep van zoo verre niet hoe hij het deed!

De dwerg, bevrijd uit den boozen drang der baroenen, grinnikte en zette zich spottend, gedrochtelijk, met de spichtige armen over de vergroeide knieën op het lamoen van de kar, terwijl doodstille Gawein leed en lag. Ik zal wachten! grinnikte de dwerg. Uw welgevallen zal ik, hooge heeren, wachten!

De drossaet zeide, dat hij Gawein en Amadijs melden ging. In de groote zale, slechts met enkele stallichten op luchters aan den muur verlicht, wachtte Gawein en wachtte Amadijs, beiden, ongewapend. Toen passen buiten weêrklonken, deuren werden geöpend en binnen trad de Koning, Assentijn, met enkelen zijner baroenen en pagiën.

De ridders en baroenen, die gewond waren want zekerlijk, er waren er wel, die een schram of een buil hadden opgeloopen er werden er zelfs van het slagveld binnen gedragen gingen bij drieën en vieren in het wonderbed liggen: dat was, al was het door Merlijn niet gewrocht, een werkelijk harde goed wonderbed in iederen burcht stond immers dezer dagen zoo een wonderbed als Destijds alleen bij Koning Mirakel stond.

Wij en zien het niet, zeiden de baroenen en de edelvrouwen, die mede opgingen, afdaalden. Gawein en Ysabele waren op een der torenterrassen gekomen. De zomerlucht veropenbaarde boven hunne hoofden onmetelijk en zware blanke wolkmassa's stapelden er, drijvende uit en in elkaâr.

Maar uit de burchtzale weêrklonken fanfaren...... En Gawein en Ysabele repten zich langs de donkere muren en torens binnen en de ridder geleidde de princes naar de voettrede van den troon, waar haar vader zat. Want alle baroenen en edelvrouwen en alle de burchtzaten waren daar verzameld en Merlijn stond in het midden der zale. En zeide: Gawein, mijn hooge wigant, wij wachtten u!

De tien Ronde-Tafel-ridders verzamelden zich met de baroenen en reden den burcht te gemoet, van waar op de tinnen wuifden de edelvrouwen hare wijlen en keften de schoothondjes en justement toen de baroenen en ridders de eerste neer gelatenen ophaalbrug wilden over rijden, trad de huispaap uit met zes koorknaapskens; hij bracht op des Konings Assentijns bevel het Heilige Sacrament der Stervenden op het slagveld en bidden zoude hij voor alle zondige zielen, die daar in den schemeravond aarzelden de veege monden uit te gaan, omdat de felle duivelen met gloeiende oogen zekerlijk uit loerden in de vallende schaduwen, om hun spel met de arme zielen te drijven en met ze te sollen als met ballen.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek