Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juli 2025


Wist hij het woord? zoo ja, laat hem dan bij mij; maar wacht nog een oogenblik: ik moet op allen overval verdacht zijn." Dit zeggende haalde hij uit een koffer een mantel, een wassen neus en valschen baard, een samaar, in 't kort een geheel gewaad voor den dag, gelijk aan dat, hetwelk Barbanera droeg, wanneer hij zijn kunsten vertoonde en waarvan deze een dubbel stel had.

"Ja! vrome burgers en landlieden!" zeide hij: "hoe zal ik u opsommen en verhalen al de groote en ongelooflijke kuren, die mijn meester Barbanera of 'met den zwarten baard, bijgenaamd l'Incomparabile, 't welk in 't Italiaansch zooveel wil beduiden als 'de onvergelijkelijke, al heeft teweeggebracht door zijne kunst.

Dezelfde houding, dezelfde wending, dezelfde stem, alleen door den uitheemschen tongval eenigszins gewijzigd. Maar hoor verder: Barbanera verhaalde mij, dat hij met opzet Bianca's brief, waarin deze omstandigheid vermeld was, had achtergehouden en in zijn medicijnkist onder een dubbelen bodem verborgen. Dit bleef Reinout onbewust." "Hemel! indien er slechts mogelijkheid is, die kist te bekomen!"

"Perdonatemi!" zeide Barbanera, opstaande en hem terughoudende: "zoudt gij den morgen niet afwachten?" voegde hij er bij in de Italiaansche taal: "ik stel mij borg, dat de Ridder op het slot u de paarden zal teruggeven, en dat wel zonder zwarigheid te maken; maar, zoo gij mij gelooft, zullen wij hem in zijn rust niet storen."

"Joost haal mij! wij hebben van den een noch van den ander iets vernomen. Te Rijnsburg wist men van geene Madzy Dekama, zooals ik trouwens ook wel dacht: en te Plaswijk wist men evenmin waar meester Barbanera was: ik heb alleen zijn kast gevonden en die meegenomen om voor den man te bewaren.

"Gij waart zoo bezig in de hut met uw Friesche schoone, dat ik het te onbescheiden achtte, u te storen: bovendien moogt gij mijne mededeeling wel op prijs stellen, want Barbanera had mij verzocht, er u niet over te spreken."

"Ziedaar een waardigen vertrouweling, dien gij mij toekent," zeide de Bisschop met bitterheid. "Mij dunkt, het is zoo vreemd niet, daar gij beiden ééne kleerkas hebt," hernam Reinout meesmuilende. "Wij zullen zien. Heeft Barbanera u ook geleerd, op welke wijze men toegang bekomt tot dit slot?"

Toen Reinout zich 's nachts ontkleedde, zag Barbanera, dat hij het teeken miste, hetwelk Bianca, ter voorkoming van verwarring, haren zoon op de borst gegrift had." "En zou Deodaat dat teeken....?" "Ziedaar wat mij nog onbekend is; maar mij zoowel als Feiko trof hedenmorgen, toen ik hem onder het gepeupel zoo onvoorziens in 't oog kreeg, zijn gelijkenis op den Olderman.

Intusschen hadden zich een paar dienaars meester gemaakt van Barbanera, die door zijn getrouwen hansworst van de toedracht der zaak was onderricht, en, als ware hij over den uitslag der zaak niet bekommerd, zich dadelijk had bereid verklaard mede te trekken en aan te hooren, wat men tegen hem had in te brengen.

"Hoe moet ik het toch verklaren," zeide Deodaat, nadat de eerste uitboezemingen over waren, "dat gij u hier in Friesland bevindt en u den zoon van Aylva noemt?" "Gij hebt mij niet willen gelooven," zeide Reinout, "maar ik had toch geen onrecht mij met dien meester Barbanera te onderhouden. Hij heeft mij de bewijzen mijner geboorte bezorgd en mij gemaakt wie ik ben."

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek