Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 oktober 2025
Onderzoek eenvoudig, of zij ziek is, ja dan neen: geene van uw kwakzalverskunsten. Zie slechts, of zij in staat is, de reis naar Utrecht te ondernemen." Barbanera zweeg en volgde zijn meester tot voor het vertrek van Madzy.
Hij vermeldde de wijze, waarop hij bij Carlo della Scala gekomen was, herhaalde hetgeen Barbanera hem betreffende Bianca had gezegd, en door ons in het achtste Hoofdstuk geboekt is, en gaf vervolgens verslag hoe hij bij dit zonderling toeval, in dezen zijn ouden bekende Paolo ontmoet had, aan wien hij de ontdekking der waarheid verschuldigd was.
Reinout volgde op eenigen afstand den stoet, die meester Barbanera en zijn hansworst naar Haarlem geleidde, daar hij weinig trek gevoelde de eer van zijn gezelschap aan den marktschrijver te schenken.
Neen! ik moet nog een paar dagen hier blijven: er zijn nog onder die groote heeren, die hier te feest komen, enkelen aan wie ik een woord in 't vertrouwen heb te zeggen: doch ik zal schrijven. Die Barbanera, of hoe hij heeten mag, kan een brief medenemen." "Hij is, zoo ik vernomen heb, in de hut des boschwachters opgelicht en te Haarlem gevangengezet," zeide vader Syard.
"Victorie!" riep hij Barbanera toe, die hem na het vertrek der hoplieden naderde: "had ik een greintje beleefdheid gehad, die gansche bende ware reeds op ons dak; maar ik heb hem de tanden laten zien, en de wolf zal niet in de kooi komen, voor de schapen er uit zijn.
De volgende dag verliep: weder geen voedsel: gelukkig was onze waterkruik, die eenmaal 's weeks gevuld werd, nog halfvol; maar het gemis aan spijs verzwakte Barbanera: en nu eerst werd hij vatbaar voor de woorden van vermaning en boete, die ik tot hem sprak. Hij vroeg mij om vergiffenis voor zijn handelwijze te mijwaart, hij biechte mij zijn zonden en toonde een hartgrondig berouw.
"'t Is wel," zeide Arkel, den ring en het geschrift bij zich stekende: "zeg nu aan Peter, dat hij den monnik binnenlaat." Barbanera vertrok.
Mijn gevangenis schreef hij aan een misverstand toe: hij betuigde mij, niet geweten te hebben, dat ik mij met Barbanera in den kelder bevond, wien hij er alleen in dacht op te sluiten: en inderdaad, ik kon hem het tegendeel niet bewijzen. Verder toonde hij zich zeer vertrouwelijk jegens mij, en verzocht mij terug te komen.
Deze droeg echter thans noch het gewaad van Barbanera, gelijk in het schuurtje bij den Hout, noch de wapenrusting eens ridders, als op het Zand te Haarlem, noch de kleeding zonder naam, als in de cel des monniks, maar een ruimen en gemakkelijken tabberd, die hem los om 't lijf hing, en hier en daar geopend, het eenvoudig huisgewaad eens edelmans vertoonde.
Terstond herinnerde hij zich de voorspelling van Barbanera , en het hoofd bukkende, onderging hij zwijgend den genadeslag, die hem bij de overige lijken voegde. "Is die gevloekte Graaf dan nergens te vinden?" brulde Adeelen, terwijl hij rondliep als een leeuwin, die van haar jong beroofd is. "Waar zoude hij wezen?" zeide Cammingha, die hem tegenkwam: "zij zijn allen dood op één na."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek