Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 mei 2025
Ze liep heen en weer en ging weer zitten, terwijl uur na uur langzaam in wachten verging. Soms doezelde ze even in, steeds haar bewustzijn bewarend, dan schrikte ze weer op, schoof de ramen open, en keek gespannen door de nacht-onbeweeglijke straat. Alleen bij den bakker was licht op, en eens kwam 'n troepje luid-pratende studenten voorbij.
Toen hij nu zag, dat de bakker, na de drie klanten aanschouwd te hebben, een zwart brood nam, stak hij zijn vinger diep in den neus en snoof zoo sterk, alsof hij het snuifje van Frederik den Groote op zijn duim had gehad, en snauwde den bakker met verontwaardiging toe: "Wat moet dat beduiden?" De bakker antwoordde: "Wel 't is brood, zeer goed brood van de tweede kwaliteit."
Dit mislukte echter; het hoofd van den goeden bakker Witt was als de maat, waarmede hij de sterke dranken gewoon was te meten, die hij verkocht; was die eens tot aan den rand toe vol, dan nam ze niets meer op, en wat nog achterna kwam, druppelde op den vloer; en op dit oogenblik was zijn hoofd tot aan den rand toe vol, door al de zaken, die hij doorleefd had, zoodat des raadsheers woorden er eenvoudig maar langs druppelden; hij zeide niets.
Wanneer ik als huisgenoote een taart krijg, zou ik ze immers ook door Moeder laten deelen. "Maar hij is tòch van mij", streeft hij tegen. "Nu ja... krijg jij een geschenk van iemand die je heelemaal niet kent?... Waarvoor is bakker N. je zoo dankbaar?... het was een attentie aan Vader bewezen, het gezin ter eere van je verjaardag te tracteeren, dat voel je nu wel. Zoo vatte Moeder het op."
En de bakker zeî: "Dat volkje betaalt huur, noch belasting!" En de oude molenaar zuchtte en zeî: "'k Woû, dat ik een kraai was!"
Nog eens kust ze hartstochtelijk het weenende knaapje en geeft het daarna over aan den menschlievenden bakker, zeggende: »O, dat loone u God, brave man! volg mij, tot daar, dáár«! En voort gaat de droeve stoet weer, het Hofpoortje uit. De schuit, die de vrouwen tot midden op het water zal brengen, ligt reeds gereed.
Een van hen, een bakker, die even te voren uit zijn werkplaats was gekomen, vertelde mij het volgende van die tragische oogenblikken: "Ik had pas mijn werk gedaan en daar ik door een kleinigheid was opgehouden, haastte ik mij naar huis, naar mijn vrouw en twee kleine meisjes.
»Gevaarlijk is ze nooit, want als ik het deksel dicht doe, kan hij er nooit meer uit!» zei Bob. »Dan is het Hugo de Groot in de boekenkist! Ik ga, jongens, die grap moet ik hebben.» Wij stonden op, om te zien, hoe het zou afloopen. Bob ging regelrecht op den wagen af. De bakker was weer bij een huis aangegaan, om zijne waar te verkoopen, maar weldra kwam hij terug.
"Bij half zes," sprak ze over de tinnen, naar de eenzame verte van boomen en boomen: "bij half zes nou staat Chris op zéven uur komt de bakker de b
Er was reeds een groote put in 't reuzelende zeezand en heel de andere straat moest hij nog doen, den bakker, den winkelier, den smid, in de Valke kreeg hij een pinte bier als hij een greep wilde toemeten, dat was 't gebruik, merkte de bazin.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek