Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juni 2025


Vooraan, met een lantaarn in de hand, stond een man van ongeveer zestig jaar, met sneeuwwit haar, dat verward over zijn gerimpeld voorhoofd hing. Hij was van middelbare lengte en min of meer gebogen van houding. Hij had kleine, scherpe oogen en een harden trek om den mond. Door zijn korte, grijze bakkebaarden en zijn ruige wenkbrauwen liep nog een gele tint.

Een heer met gouden bril, kaal hoofd en grijze bakkebaarden, een heer die vriendelijk keek, kwam bij het bed zitten. Die kende ze. Da-was de profester. Maar de andere twee die bij d'r bed zatte en al die heere in de rondte... die d'r ankeke... zoue ze d'r ook gaan snije... maar ze zag nergens messe... en de profester keek zoo vriendelijk. "Doe nou even je jakje uit, kind."

Dat zijn nu die bespotte en verachte Boeren, en als zij nu zonder een zweem van schroom hun heldere oogen laten gaan over de giechelende menigte, wordt het heel wat bedaarder in de groote zaal. Zij echter gaan rechtstreeks naar het buffet, en reiken, tot groote verbazing der Uitlanders, aan een der kellners, een man met reeds grijzende bakkebaarden, joviaal de hand.

Een minuut later hoorden wij iemand de trap opkomen en een oud mannetje met grijze bakkebaarden trad binnen. In zijn rechterhand droeg hij een ouderwetsche tasch, die hij op tafel zette. "Ben ik hier terecht bij mijnheer Sherlock Holmes?" Mijn vriend boog en glimlachte: "Mijnheer Sandeford van Reading, vermoed ik?" "Ja, mijnheer, ik ben een weinig laat, maar de trein had vertraging.

De Burgemeester nam een snuifjen en zeide: "Ik heb maar naar de gelegenheid gewacht om er u voor te beloonen." "Wat dat betreft, meheer!" hernam Kees, en een groote traan kwam om het hoekje van zijn neus kijken, want hij was een gevoelig man, ondanks zijn bakkebaarden: "Menheer is altijd een goed heer voor me geweest. Ik verlang..."

De jonge neef, dien zij meegebracht hadden, was van het hoofd tot de voeten in het wit gekleed, had blond haar en zulke lange roode bakkebaarden, dat er wel genoeg was voor drie heeren; hij bewees Babette terstond de grootste opmerkzaamheid.

Deze vrouw was nog maar vijf dagen geleden in de kraam bevallen, en het kind was ook op verscheiden deelen van het ligchaam met haar bewassen, had reeds bakkebaarden, en zeer zware wenkbraauwen; het was bruinachtig van vel, doch zag 'er anders zeer gezond uit.

Hij ging in dienst der politie, en kwam er vooruit. In zijn jeugd was hij in de bagno's van het zuiden geplaatst geweest. Voor wij verder gaan, willen wij eene andere verklaring geven van het menschelijk gezicht, dat wij zoo aanstonds aan Javert toekenden. Het menschengezicht van Javert bestond uit een stompen neus, met twee diepe neusgaten, welke op beide wangen zware bakkebaarden aanraakten.

Ik zie hem nog de stoep van "Het Huis van Commercie" beklimmen, zich daar even, als een Koning, naar het volk omkeeren, en statig, strijkend aan zijn grijze bakkebaarden, in de herberg verdwijnen. O! Peetje Pruis! Peetje Pruis!" riepen de menschen. En een vreemde huivering van ontzag en haast van angst liep door de menigte.

Juffrouw Zipperman kadasterde burgerlyk voort, en was verkouwen. Maar ze had het er voor over, want ze was 'n "schikkelyk mensch." Alleen kon ze niet verdragen dat juffrouw Laps zoo hoog had opgegeven van haar vader "in de granen" en van haar deugd. De oude Laps, beweerde zy, was niet in de granen geweest, maar er onder. Hy had ze namelyk gedragen in 'n zak op z'n hoofd, dat heel anders is dan granen te verkoopen, want wie wat verkoopt, staat alweer wat hooger dan wie wat draagt. Dat had alzoo juffrouw Laps niet moeten zeggen. En wat haar deugd betrof, ieder wist van die historie met den briefbesteller die zulke zware bakkebaarden had. "'t Was niet om 't mensch te skandeliseren, heere neen! 't Was maar dat men 't wist, en dat men er van sprak... d

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek