United States or Eritrea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij betaalde daarvoor twee duizend dollars, maar de New-York Herald had het eerst het bericht ontvangen. Gideon Spilett was lang van gestalte. Hoogstens veertig jaar oud met blonde bijna roode bakkebaarden, een vastberaden, levendigen en snellen oogopslag. Krachtig gebouwd, was hij in staat in alle luchtstreken te vertoeven, als een stalen staaf in het koude water gehard.

De mannetjes zijn blauw of zwart geteekend en hebben sliknatte, fijngekrulde bakkebaarden. Ze zijn voorzien van lange Goudsche pijpen, waaruit ze òf rooken, òf die ze losjes bij den kop tusschen de vingers houden en zoo, met den steel naar beneden, onverschillig laten slingeren. Merk de regenschermen. De wijfjes zijn wit.

Zij zaten er zoo kalm of zaten ze er al een uur; gasten aanzittend bij een feest, die om het fatsoen zich niet verwonderen mogen. Een heer, mager, in een langen mackintosh met overval om de schouders, zat er verdord van gezicht, waar lange grijzende bakkebaarden uit streken, zorgvol gekamd als valsch tooneelhaar. Hij droeg een reishoed

Tweemaal schudde de God van Nederland zijn eerbiedwaardig hoofd en tweemaal schoven z'n eerbiedwaardige grauwe bakkebaarden heen en weer over z'n vest. 't Klopte niet. Ergens moest een fout zijn. Een dichter met nergens haar, dat was heel vreemd. Sedert dertig jaar hield de God van Nederland niet van dichters. Je wist niet meer, wat je er aan had.

Hij heeft geen grijs hoofd, vermits hij een bruine pruik draagt, die over zijn ooren gaat, en waar hij bijgevolg door heen moet hooren; hij heeft een rond, blozend gezicht, volstrekt geen bakkebaarden, een niet onaardig bruin oog, en een onderkin. Hij is niet groot van postuur, en heeft, om hem recht te doen, geen ander lichaamsgebrek dan zijn hooge linnen halsboorden.

En wanneer Gerrit zijne oogen maar opsloeg, dan zag hij den mooien Hateling, die met den zoetsten glimlach tusschen zijne gladde bakkebaarden, een allerlevendigst gesprek voerde met de schoone Clara, en al zijne hoffelijkheid en oplettendheden over haar zat uit te gieten.

Maar toch, de meester is zoo dik, en de ondermeesters zijn zoo lang, en hunne brillen en bakkebaarden zien er zoo onverbiddelijk uit, en de borden zijn zoo zwart, en de tafels zoo ongezellig, en de kaart van Nederland hangt zóó lang op dezelfde plaats, dat wij er de kleine scheurtjes en inktvlekjes nog beter op weten aan te wijzen, dan de steden der toen was 't nog 17 provinciën . Dan hebt ge nog bloedt mijn hart de Tafel van Werkzaamheden.

Ik dacht aan den ouden schoolmeester, aan 't Kregel Mennonietje.... Daar vlogen de matrozen het want in! He, wat kerels! De kogels floten hun om de ooren; de vlammen verschroeiden hunne hoofdharen, bakkebaarden, en kleeren! Te vergeefs! De brand was niet te stuiten!