Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
En, met treurig hert, zag hij naar de wolken, die, als waanzinnigen, elkander achternazetten in den hemel; naar de zee, waar de branding zich als lichtende schaapkens vertoonde, en, bij den gloed van lanteernen en toortsen, naar het doodsbleeke gelaat van den vischverkooper, dewelke hem bezag met valschheid en wraaklust. En de assche klopte op zijn hert.
Daar op landen zy op Ter Schelling, en staken een onnoozel weerloos visschers dorpje in den brand: roemende in Engeland als of zy de geheele waereld gedwongen hadden. Maar Gods wraak vervolgde hen al te spoedig, alzo het beste gedeelte van de vermaarde stad Londen in vyf dagen, door een byna onuitblusbaare brand, in de assche wierd gelegt, tot een onwaardeerlyke schade van veele gegoede lieden.
Neen.... maar 't zal wel overgaan. De stove brandt geweldig. De assche ligt dood. Mag de deure niet open met een reetje? Ze stond op en werd eene knikkende slapte gewaar in hare knieën. Ze bleef een endeken in het deurgat staan. Ze zag Rik zitten op de trap, heel bleek, en staren met diepe oogen, grauw ommendomme beschaduwd.
Uilenspiegel antwoordde: Ik ben de zoon van Klaas, die te Damme verbrand werd; de assche van den doode klopt op mijne borst: ik wil Spelle den moordenaar dooden. Is 't Boelkin, die u zendt? vroeg de weerd. Boelkin zendt mij bij u, antwoordde Uilenspiegel. Ik zal Spelle dooden en gij zult mij helpen. -Ik wil, zegde de baas. Wat moet ik doen?
En als het onweer losbarst en de stad in zak en assche is, komt de schuld in de eerste plaats op Abrahams hoofd neer. Alle ergernis concentreert zich in haat tegen dien eenen misdadiger, die de kas der armen niet gespaard heeft. Maar Abraham gaat met vader en vrouw ter kerk en beijvert zich, om er nederig uit te zien. Eene voortzetting van Fortuna is Sankt-Hans Fest.
Ze neep nu 't lampken uit, zette haren stoel bij den heerd en schoof hare kloefen in d' assche, zij haalde den paternoster uit om daar heur misseplicht te volbrengen. z'En kon, de arme sloore, al lang niet meer uit naar de kerk.
En de dwaallichtjes omringden in groote menigte de Zeven, welke verbrandden tot assche. En het bloed vloeide bij stroomen. En uit de assche kwamen zeven andere beelden te voorschijn; het eerste zeide: Ik was Hooveerdigheid, nu heet ik edele Fierheid.
Thuis, nam Soetkin een stukje roode en een stukje zwarte zijde; zij maakte een zakje van, in hetwelk zij de assche stak; en zij naaide twee linten aan het zakje, opdat Uilenspiegel het om den hals kon dragen.
Sedert Keizer Karel V, Beul I, en, onder den huidigen, bloedigen koning, Beul II, stierven honderd achttien duizend menschen den marteldood. Wie droeg de keersen bij de begrafenissen, in den moorden in de tranen? Monniken en Spaansche soldeniers! Hoort gij, hoort gij de zielen der slachtoffers niet klagen en kermen in het kille graf? De assche klopt op mijn hert, zeide Uilenspiegel.
Goeden zijn zij, die op 't gezang van den leeuwerik antwoorden met 't krijgshaftig gekraai van den haan. Hier zijn vijftig gulden. Wees moedig en trouw. De assche klopt op mijn hert, antwoordde Uilenspiegel. En hij toog henen. Met oorlof van den koning en van den hertog, mocht hij, naar believen, alle wapenen dragen. Hij nam zijn goede radbus, patronen, alsmede droog kruit.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek