Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 mei 2025


Neen, mijn zoon, antwoordde de pastoor. De visschers vreezen den weerwolf meer dan pest en dan dood. Maar doe het niet.... Uilenspiegel antwoordde: De assche van Klaas klopt op mijn hert. Toen zei de paap: Ik zal doen wat gij vraagt, wees gezegend. Hebt gij soms honger of dorst? Beide, antwoordde Uilenspiegel. De pastoor gaf hem bier, brood en kaas. Uilenspiegel at en dronk; en hij toog henen.

Het zijn uwe wapenborden, uwe grafnaalden, uwe eerzuilen in de kerk; uwe lofverzen op stof en assche, onder het oog van God en in Zijn heilig huis op aarde, geschreven. Het zijn de tropeeën van dwazen trots, wereldsche ijdelheid, nietigen rijkdom, verwaande wetenschap, bloedigen oorlog, dáár te pronk gesteld, waar ootmoed en eerbiedigheid zich met gebukten hoofde voor het oog des Heeren stellen.

En de assche van Klaas klopte op Uilenspiegel's borst. In de Herfstmaand, als de muggen niet meer bijten, stak de Zwijger te Sint-Vijt den Rijn over met zes stukken veldgeschut en vier zware kanonnen, en met veertienduizend Vlamingen, Walen en Duitschers.

Een worstelaar tegen den verkeerde, is Hij, de Ontfermer over stof en assche en over den worm, die in het stof wegkrimpt. En diezelfde Majesteit, die in den bangen avond nog toornde in verbolgenheid, blinkt in goddelijk mededoogen bij het aanbreken van den morgenstond.

't Was mode geworden, om over Muller rouw te bedrijven, zijn werken waren eensklaps meesterstukken geworden en zij, die ze vroeger niet begrepen, dweepten er nu mede. 't Scheen wel alsof 't publiek zich verheugde, dat Muller dood was, alleen om in de gelegenheid te zijn, de assche des beroemden te huldigen.

Ze legde wat droge spaanders op 't vuur, duwde de koffiekan bezijds in de heete assche. Dan schepte zij eenen ketel sloebering uit en droeg dat naar den zwijnsbak. Daarna stond zij rond te zien en te dubben om te weten of er nog iets te doen was? Neen't.

Zal men weeral, lijk gisteren, heel den nacht door, zijn schor gehuil hooren weergalmen op den akker der dooden? God zij met u, mijn zoon, maar doe het niet. En de paap maakte het teeken des kruises, en zegende hem. De assche klopt op mijn hert, antwoordde Uilenspiegel. De pastoor sprak: Mits gij zoo'n kloekmoedige wilskracht hebt, zal ik u helpen.

Ja! zóó was het; en half overluid, langzaam, droomerig, herhaalde zij de verzen, één voor één weder opdoemend uit den nevel, die ze bedekte: Zuilen die rijst op mijn graf en marmren Sirenen daarboven; Doodsurn, gij die bedekt wat van mijn assche nog rest, Brengt mijnen groet aan den wandlaar die hier aan deez' heuvel voorbijgaat, 't Zij hij Athener zich prijst, 't zij hij als vreemdeling naakt.

Wij willen hem nogmaals kussen en een weinig van zijne assche meenemen, tot gedenkenis. Laat het ons toe, heer, gij die geen vreemd soldenier, maar een zoon van Vlaanderen zijt. Doet als gij vraagt, antwoordde de serjant. De wees en de weduw klommen op het verkoold hout en kwamen bij het lijk; weenend kusten zij Klaas zijn gezicht.

Nooit schenke een priester u vergiffenis; de grond brande onder uwe voeten; suiker weze u zout; ossevleesch weze u kroengevleesch; brood weze u assche; de zonne weze u ijs, en sneeuw een hellevuur; de vrucht uws lichaams weze gevloekt; uwe kinderen wezen afschuwelijk: met de leden van een aap, een verkenshoofd grooter dan hun buik; lijden, weenen, zuchten weze uw lot in deze wereld en in de andere, in de helle die u wacht, de helle van zwavel en pik, die branden voor de wijven van uw slag; gij weigerdet mijn vaderlijke liefde: wees driemaal vermaledijd door de heilige Drievuldigheid; zevenmaal vermaledijd door de kandeleers der Ark; de biecht weze u verdoemenis; de hostie weze u doodelijk venijn; en, in de kerken, richte elke vloersteen zich op om u te verpletteren en u te zeggen: "Hier is de hoereerster; hier is de verdoemde; hier is de vermaledijde!"

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek