Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


Want nu gij van de Karre tot aller onzer blijdschap zijt verlost, is het mijn plicht u, na Galehots boodschap van Koning Artur, dat hij booze zoude zijn omdat gij vergeet van het Scaec, zijne eigene koninklijke stemme hooren te doen! Hoe dat, Merlijn!? verbaasde Gawein. Van zoo verre als Camelot ligt van Endi, zoudt gij kunnen mij Koning Arturs stemme doen hooren?

Wees gewes, dat ik blijde ben, valiante wigant, dat gij mij niet mijne zoete kleindochter vraagt, mijne leste troost, die Ysabele heet als haar arme moeie, uw wijf, mijne zoete dochter, die stierf in kinderbedde, als ik hoorde gewagen.... En zeg mij nu, Gawein, wenscht gij, dat ik u zegge: ga en doorzoek mijn kasteel en zoek het Tooverscaec, dat hier binnen zweefde en dat Koning Artur wenscht te zijnen bezit en keer dan terug tot Camelot, in pays en vrede?

Drink, lieve heer Koning, drink! Maar de oude, zieke Koning, op den elleboog leunende en drinkende de schaal uit, kreunde: Keye, dat gij toch ontberen wilde van zoo kwade scherne te drijven met uwen armen Koning Artur, die hier ligt krank van weemoed om de dagen van Destijds, toen zoo vaak, voor noen of voor vespermale ridderlijk Aventuur zich kondde!

Ik sterve gelukkiglijk... Ziet, ziet, vrienden allen: de Hemelen openen...! Het straalt, het straalt! Een heir van engelen met zilveren vlogelen vult den openen Trone! Mijn Koning Artur, zie! Ik zie Sint Michiel zelven, den heiligen Held! Zijn brant vlamt en hij verslaat Lucifer! En werpt hem uit den Trone! Mijn heilige Patroon, ik zie! Sint Michiel! Sint Michiel!

Gebleven tot Camelot waren Koning Assentijn en Ysabele, tot troost van Koning Artur... Oorlog dreigde er niet meer met Noordhumberland; tweemalen was Clarioen nu verslagen en hij zoû niet durven meer, zelfs al waren de negen wiganten tot penitentië Rome-waarts.

Beide, mantel en lokken, maar de hermelijnen kraag vooral, schijnen van de mot te hebben geleden maar justement dat even mottige en aangetaste geven aan de koninklijkheid van Koning Artur een onmiskenbare aandoenlijkheid, die den ouden Koning met het rimpelgelaat en de bevende, groote, zwaar geaderde handen wel genegen doet zijn.

Het is te verre... Ik sterve... Mijn lieve heeren Koningen van Logres en van Endi, mijn oom Artur en gij, heer schoonvader, ik sterve... O wees des gewes... zoo ik voelde te kunnen genezen in het wonderbed, waarin Gwinebant ligt te genezen, ik en marde niet, want ik ben die gone... Hij bezwijmde bijna... En alle hunne angsten bogen zich over hem heen.

Mijn Gawein, dien ik zoo minne, zijt gij gewond?! Gawein, los latende zwaard en schild, voelde onder zijn hart, waar het door de maliën bloedde... En Ysabele begreep, dat hare handen en schoot rood waren van het bloed van Gwinebant en van Gawein beiden. Gawein en Gwinebant zijn beiden gewond! riepen de ridders tot den Koning Artur. Maar Camelot is ontzet! Noordhumberland is op de vlucht!

Koning Artur troont op zijn zetel en zijn oude gelaat is vol zorg onder zijne krone, die de grauwe, lange lokken omspant. De baard, ook zoo lang en zoo grauw, beweegt soms zacht wippende op en neêr: dat is als Koning Artur, die wacht, terwijl zijn elf ridders zich vervelen en om beurten gapen achter de handen, mummelt met goeden, ouden tandloozen mond.

Zielengeloof verklaart op de beste en eenvoudigste wijze het verwijlen van koningen en andere lievelingen des volks in rotsen en bergspelonken: men denke slechts aan Barbarossa, Hendrik den Vogelaar, Karel V, Karel den Grooten in Duitschland, koning Artur in Engeland, koning Olaf in Zweden, maar ook aan de Venus- en Hollebergen, waar de zielen huizen onder den schepter der doodsgodin.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek