Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 november 2025


Antwoordt op uw gemaak, ik zal zo naau niet zien. Hebt gy daar flus niet van die Exploteur ontfangen Een zeker Schrift? IZABEL. Ja, Heer. JERONIMO. Dat ’s wel. LEANDER. Ik heb verlangen Te weeten, of gy dat aan stukken hebt gescheurt, En niet gelezen? IZABEL. Ja, ik last ’t eerst. JERONIMO. Op haar beurt Antwoord zy wel. LEANDER. Vaar voort met schryven. Om wat reden Hebt gy ’t gescheurt?

"Ach, mijnheer Dirk Coornhert, wat een treurige dag," merkt een dikke burger op, wiens kleeren nog een moutlucht verspreiden, wat hem als een brouwer doet kennen. "Ja," antwoordt een ander, blijkbaar iemand van artistieken smaak en opvoeding.

Zeg uw mannen, dat zij per hoofd twee gulden extra krijgen en gij het gewone tarief." "Wat is het tarief voor smokkelen hier in de haven van Antwerpen?" vraagt Guy. "Stil! wij noemen dat zoo niet, wij noemen dat eenvoudig den tienden penning ontduiken," antwoordt de koopman op halfluiden toon. "Gij krijgt honderd gulden voor uw deel in de zaak."

Ontmoeting met Phillippo Argenti. Zesde ommegang. 64-einde. De stad Ditis. De daarin gelegerde duivelen willen de beide dichters niet binnenlaten. 1 Vervolgende zeg ik dat, lang vóór wij aan den voet van den hoogen toren waren, onze oogen boven naar den top gingen 7 En ik, mij gewend hebbende tot de zee van alle weten, zeide: "Dit, wat beteekent het? En wat antwoordt dat andere vuur?

"Neen, ik heb aan boord gegeten." "Oho, verliefden hebben geen honger!" "Zoo is het. Maar hoe gaat het haar? Gij zijt in Brussel geweest hoe maakt zij het?" "Ja, ik ben eerst twee dagen geleden weer thuis gekomen," antwoordt de schilder zuchtend. "Ik wilde nog de laatste hand leggen aan mijn altaarstuk, eer ik ten strijde ga." "Gij ten strijde?" "Ik moet.

Vervolgens staat deze hoedster van de etiquette en het decorum op en richt haar trotsche patricische oogen op den Engelschman, terwijl zij haastig uitroept: "Wie is die man?" "De edelman, die ons gered heeft uit de handen der Watergeuzen," antwoordt de jonge dame van de barge.

In ’t chocolaadhuis zitten eenige werklieden, die, zoodra hij binnenkomt, beginnen te lachen en hem toevoegen: „Zoo, papa Kauwbeen! ben je daar weer? Kom je schaften?” Hij antwoordt niets, maar ziet hen met diepe verachting over den schouder aan, als hij zoo ver mogelijk van hen af aan een tafeltje gaat zitten en kortaf roept: „Een kop chocolèd!”

Wij kunnen samen veilig Fransch spreken. "Zouden wij gaan, Adil?" En hij antwoordt: "Zeker zullen wij niet gaan. Zijn zij groote sjechs? Zullen zij ons lekker eten geven, zooals Aboe Fares straks zeker doen zal? Zal men ons achten, wanneer wij een bezoek gaan brengen, zóó ver, bij zoo geringe dorpshoofden? Ik twijfel of wij zullen gaan."

Zij antwoordt dat dit onmogelijk is met een stommen hoofdknik en wordt nog wantrouwender dan voorheen. 't Is een verschrikkelijke doodstrijd, vergiftigd door het geld. De ziekte duurt drie weken. Reeds hebben vijf consulten plaats gehad; de grootste beroemdheden op geneeskundig gebied zijn bij haar geweest.

Daarvoor heb ik u noodig, menschen-herscheppend psycholoog! Maar Mevr. Holst, onze psycholoog, antwoordt niet.... "Een plotselinge opwelling." O ja, dank u, nu weet ik 't wel!

Woord Van De Dag

kei

Anderen Op Zoek