Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
Het ergste is dat men daartoe naar Rougemont moet gaan; zes mijlen heen en zes mijlen terug, dat maakt er twaalf. Men zal er een heelen dag bij verliezen. De oude, die zijne kinderen aanhoort, wordt gejaagd en schijnt zich boos te maken. Hij heeft geen dokter noodig, dat dient tot niets en 't kost geld. "Dus wilt gij het niet?" vraagt Anton: "Dan gaan wij aan den arbeid".
Het Prinsesje staat er zoo snoeperig lief op, Juliaantje steekt haar dikke poezelhandje in de blouse der Koningin! Ze is om te stelen, zoo lief! Ga mee naar beneden, het nichtje van Anna heeft meegezongen, zij is in de keuken om het haar tante te laten zien; Anton riep mij daarvoor,« zoo uitte Dora haar bewondering voor de koninklijke gift aan de zingende kinderen!
»Daar heb je het al: Een brief van den secretaris der Koningin! De knecht las dien in zijn geheel voor. Zie je nu wel Greta, dat de Koningin niet hebberig is, en wel echt weet, dat er veel behoeften zijn, nu wil de Koningin hebben, als men al het geld niet voor liefdadigheid geven kan, dan toch een deel.« »Anton, waarom kunnen ze niet alles geven?« vroeg de werkmeid.
De schubben zijn niet vlak zooals bij de overige soorten, maar gelijken meer op dikke korrels en treden ver naar buiten. Anton Göring kreeg een levende Bolita, uit San Louis in westelijk Argentinië het eigenlijke vaderland van deze diersoort, of althans de streek, waar zij het veelvuldigst voorkomt.
Zij drukte de hand des jongeling met kracht op haar hart. Torteltak tracht te spreken; maar zij legt hem de hand op den mond. "St! st! maak Anton niet wakker hij slaapt, de lieve engel. Hier, zie hem!" "Mevrouw!" zegt Torteltak, sidderend van medelijden en schrik. Zij ziet hem aan, en een vreeselijke gil klinkt hem in de ooren. "Neen, ik ken u niet! o God! het is dan geen droom!"
Zóó dachten Johan Melchior Kemper, hoogleeraar in de rechten te Leiden, en Anton Reinhard Falck, die, na onder Koning Lodewijk hooge staatsbetrekkingen bekleed te hebben, eenigen tijd, als verdacht bij de keizerlijke politie, buiten 's lands was geweest, maar sedert 1812 de betrekking van kapitein bij een afdeeling der nationale garde te Amsterdam op zich genomen had.
In zijn leven, is hij ééne enkele maal naar Angers geweest, op vijftien mijlen afstands van daar; maar hij was toen nog zoo jong, dat hij het zich niet meer herinnert. Hij heeft drie kinderen gehad, twee zoons, Anton en Jozef, en eene dochter, Catharina. De laatste trouwde; daarna is haar man gestorven, en keerde zij tot haar vader terug met Jacquinet, een twaalfjarigen knaap.
"Van den ander zult u niet dan kwaads hooren spreken." "Is niemand der onzen bij hem?" "Jawel! Anton is bij hem, maar hij denkt er alleen maar aan, hoe hij van hem weg kan komen. Hij zegt, dat het een onaangename taak is, zoo'n schurk in het oog te houden. Ingeval u hem mocht willen bezoeken, denk er dan aan, dat zijn vrouw werkelijk een goede ziel is.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek