United States or Timor-Leste ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vergeeft u me, maar de letters waren zoo groot; ik las ze van hier. U is vèrziend? vroeg ze, lachend. Ja. Zijne beleefdheid, een zekere eerbied, als zoû hij zelfs niet de tippen van hare vingers beroeren, stelde haar meer op heur gemak. Ze vond hem wel antipathiek, maar hij mocht toch wel weten, dat ze las. Houdt u veel van lezen? vroeg Cecile.

Ze begreep hem niet, maar ze vond hem zeer antipathiek, zoo gezond en zoo sterk met zijn energiek gezicht en zijn mooien, zinnelijken mond, zoo anders dan Amélie en Jules en zijzelve ... Wel neen, jongen ... Jules zag lichtjes minachtend naar zijne moeder op, als wist hij wel. Ziet u wel! Taco is een gezellige vent ...

Neen! antwoordde hij. Het is heel eenvoudig. Als nu de cirkels antipathiek zijn, stuiten ze elkaâr af, maar als ze sympathiek zijn, glijden ze over elkaâr met kleinere of grootere bogen van sympathie. In sommige gevallen bedekken de cirkels elkaâr bijna geheel en al, maar ze blijven toch altijd twee ... Vindt u dat alles heusch zoo mystiek? Men zoû het gevoelsmystiek kunnen noemen.

Jacob, rustig overleggende bij Ezau's honger, zelf in stilte hongerend naar diens eerstgeboorterecht, en heel verstandig gebruik makende van de gelegenheid, is mij hierin meer antipathiek dan zijn kortzichtige broeder. Ezau zag, slaaf van het lagere, op dit oogenblik het hoogere niet.

Die vind ik het meest antipathiek belichaamd in Jet Holst en Herman Gorter. De leerstelligheid van hun socialistisch beginsel, vind ik, maakt ze blind voor groote schoonheid in dingen van burgerlijke kunstenaars.

"Hoe is Beerenstijn?" "Knap, intelligent, eigenaardig. 'n Werker, 'n vrouwenhater, of eigenlijk verachter.... Ik geloof niet, dat je 'm sympathiek zult vinden." "Nee," zei Go. "En Van Neerwinden?" "'n Rare vent. Talentvol, geniaal misschien, maar decadent. Ik mag 'm niet. 't Is 'n vooroordeel van me, maar die verfijning, die zwakke onrust, dat elegant-lieve is me antipathiek. Het is geen kérel."

Daarom hoû ik ook van naar een storm te hooren, als ik zelve thuis ben. En ik kijk zelfs heel gaarne naar acrobaten. Hij lachte even. Die sport was u toch in mij antipathiek? Waarom denkt u dat? Dat heb ik gevoeld. U voelt alles! zeide zij, bijna bang. U is een gevaarlijk mensch, hoor. Dat denken er heel veel. Mag ik u zeggen, waarom ik geloof, dat mijn sport u antipathiek was? Ja.

Dat zal ik u eens zeggen: ten minste, ik geloof, dat het zoo is. Misschien weet u het beter, want u móet de dingen beter weten dan ik, omdat u zooveel fijner is. Maar ik voor mij geloof, dat ieder mensch een cirkel om zich heeft, een atmosfeer, en dat hij andere menschen ontmoet, die cirkels of atmosferen om zich hebben, sympathiek of antipathiek aan de zijne. Dat is mystiek? zeide zij.

Neen, Otto, neen, Eline kan je nooit waard zijn; ik weet het, ze is mooi, en ze heeft iets.... iets wat aantrekt.... maar ze is mij.... ze is mij antipathiek, ik verzeker je, geloof mij, je moet niet meer aan haar denken, je zou nooit gelukkig met haar kunnen zijn.... Je bent zoo lief en goed; als je heusch heel veel van haar ging houden, zou je misschien geheel en al in haar willen opgaan, geheel en al voor haar willen leven, en ze zou je nooit een tiende, nooit zooveel! kunnen teruggeven van wat jij haar gaf.