Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juni 2025


En wederom liet de stem zich hooren: „Mijnheer Anselmus, komt u toch terug, wij wachten hier aan ’t water.” Nu hoorde de student pas, dat het zijn vriend conrector Paulmann was, die hem riep; hij ging terug naar de Elbe, om den conrector te vinden met zijn beide dochters, alsook den griffier Heerbrand, die juist bezig waren in een gondel te stappen.

Met dit al wenschte ik, dat het mij reeds gelukt ware u, genegen lezer, den student Anselmus goed levendig voor oogen te stellen.

Dan zult gij gaan gelooven, dat dit heerlijke rijk veel dichterbij ligt, dan gij anders meendet, iets, wat ik nu juist zoo gaarne zien zou en u ook door de buitengewone historie van den student Anselmus poog te kennen te geven.

De gouden stammen der palmboomen werden reuzenslangen, die haar afgrijselijke koppen met doordringend metaalgeluid tegen elkander stieten en Anselmus met de geschubde lichamen omwonden.

De bravour-aria van kapelmeester Graun. De maagbitter van Conradi en het gebronsde appelwijf. „Die mijnheer is beslist niet recht wijs,” zeide een eerzame burgerjuffrouw, die van een wandeling met haar huisgezin terugkeerend, bleef stilstaan en met overelkaar geslagen armen het dolle gedoe van den student Anselmus aanzag.

„O, hoe ik in het diepst van mijn gemoedsinnerlijk het hooge geluk medegevoelde van den student Anselmus, die in innigste verbintenis met de beminnelijke Serpentina, thans was heengegaan naar het van geheimenis vervulde, wonderlijke rijk, dat hij als het vaderland herkende, waarnaar zijn van vreemde voorgevoelens overvolle borst zoo lang reeds had gesmacht.

Hier werd de student Anselmus in zijn zelfgesprek onderbroken door een zonderling geruisch en geritsel, dat zich in ’t gras dicht bij hem deed hooren, om dan te verglijden in de bladen en twijgen van den vlierboom, die over zijn hoofd zich welfde.

Ja, waarde heer conrector,” antwoordde de student Anselmus, „maar u weet toch wel, dat ik naar archivaris Lindhorst moet, vanwege het copieeren?” „Kijk eens, amice!” zeide conrector Paulmann, terwijl hij hem zijn horloge voorhield, dat op half een stond.

Neem u in acht voor de oude, lieve Anselmus, zij is u vijandig gezind, omdat uw kinderlijk-vroom gemoed reeds verscheidene harer booze tooverijen heeft vernietigd. Blijf trouw, trouw aan mij, weldra bereikt gij het doel.” „O, mijn eigen, mijn eigen Serpentina,” riep de student Anselmus, „hoe zou ik u ooit kunnen laten, wat kan ik anders dan u eeuwig liefhebben.”

Tamelijk laat was het geworden en de griffier Heerbrand nam hoed en stok, toen conrector Paulmann geheimzinnig naar hem toe ging en sprak: „Hm, zou u niet, mijn waarde griffier, onzen besten mijnheer Anselmus zelf enfin, waar wij tevoren over spraken.” „Met het meeste genoegen,” antwoordde de griffier Heerbrand, en begon, nadat men zich in een kring geschaard had, zonder meer als volgt: „Er woont hier in deze plaats een wonderlijke, merkwaardige oude man; men zegt, dat hij aan allerlei geheime wetenschappen doet, maar aangezien die eigenlijk niet bestaan, houd ik hem meer voor een vorschenden oudheidkundige, en daarbij ook een proeven-nemenden chemicus.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek