Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
Reeds was hij in de nabijheid van den Koselschen tuin, toen de wind onder zijn wijden mantel kwam en de einden uit elkaar dreef, zoodat zij als een paar groote vleugels in de ruimte fladderden en het den student Anselmus, die vol verwondering den archivaris nazag, toescheen, als breidde een groote vogel de vlerken uit tot een snelle vlucht.
Veel nog accompagneerde de student Anselmus en een gefugeerd duet, dat hij met Veronika voordroeg en door conrector Paulmann zelf was gecomponeerd, bracht allen in de beste stemming.
O, kon ik u nog maar éénmaal zien, uwe lieflijke, zoete stemme hooren, liefste Serpentina!” Zoo weeklaagde de student Anselmus in felle, snijdende smart, toen er naast hem iemand zeide: „Ik begrijp niet, wat gij toch wilt, mijnheer de student, waarom lamenteert gij zoo bovenmatig?” De student Anselmus bemerkte, dat naast hem op hetzelfde boekenrek nog vijf flacons stonden, waarin hij drie kruisscholieren en twee procureursklerken bemerkte. „Maar, mijne Heeren, metgezellen in het ongeluk,” riep hij uit, „hoe is het u mogelijk zoo berustend, en zelfs vergenoegd te zijn, gelijk ik aan uw vroolijke gezichten bemerk?
Toen was het Anselmus als begon in zijn binnenste een strijd gedachten beelden bliksemden op en vergingen weder, archivaris Lindhorst Serpentina de Groene Slang tot het eindelijk stiller werd en het al-verwarde zich ordende en zich in klaar bewustzijn effende.
Door uw gezang komen weer voor mij op die donkerblauwe, lieflijke oogen o, zijt gij dan onder de wateren?” Zoo riep de student Anselmus en maakte er een schichtige beweging bij, als wilde hij zich zoo uit den gondel in de rivier werpen. „Is mijnheer bezeten?” riep de schipper en greep hem bij zijn jaspand.
Arbeidt maar vlijtig door; ik zal u ook voor den gisteren verzuimden dag een zilveren Thaler geven, omdat gij totnutoe zoo flink gewerkt hebt.” „Hoe kan de archivaris nu toch zulke dwaasheden uitkramen,” zeide de student Anselmus tot zichzelf, en hij zette zich aan tafel om met het copieeren van het manuscript te beginnen, dat de archivaris als gewoonlijk voor hem ontrold had.
Bijna kwamen tranen in de oogen van den armen student Anselmus, want ook hij had, daar Hemelvaartsdag altijd een bijzonder huiselijk feest voor hem geweest was, aan de gelukzaligheden van het Linkesche paradijs willen deelnemen, ja, hij had zelfs willen gaan tot een kopje koffie met rum en een flesch donker bier en om aldus flink te kunnen brassen, meer geld meegenomen dan wel geoorloofd en doenlijk was.
Doch spoedig scheen het, als zag zij niet meer de afbeelding neen den student Anselmus zelf in levenden lijve. Hij zat in een hoog vreemd-ingericht vertrek en schreef vol vlijt.
Snel schreed de archivaris door den tuin, waar zulk een tumult van zingen, fluiten en spreken doorelkander was, dat de student Anselmus versufte en den Hemel dankte, toen hij zich op straat bevond. Nauwelijks hadden zij eenige schreden gedaan, of zij ontmoetten den griffier Heerbrand, die zich vriendschappelijk bij hen aansloot.
Ondanks den langen weg tot in de eenzame straat waar het overoude huis van den archivaris Lindhorst zich bevond, was de student Anselmus toch voor twaalf uur aan de voordeur.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek