Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 mei 2025


De oude trad nader tot haar en zeide met ratelstem: „Ik weet wel, wat ge van mij wilt, kindlief; duizend tegen een dat gij zoudt willen weten, of gij met Anselmus zult trouwen, wanneer hij hofraad zal zijn.”

Alom schichten bliksems lichtend door de bosschages diamanten zien als vonkende oogen uit de aarde! hooge springbeken stralen uit de bronnen vreemde reuken waaien met ruischenden vleugelslag over het zijn de geesten der elementen, die de lelie huldigen en Anselmus’ geluk verkonden. Daar heft Anselmus het hoofd als door de glansstraling eener verheerlijking omstroomd. Zijn het blikken?

Ga dan nu mede, gij wildet immers toch naar mij toe?” Noodgedwongen ging de student Anselmus met den conrector mede. Toen zij het huis binnenkwamen, trad Veronica hun bevallig en keurig gekleed tegemoet, zoodat conrector Paulmann vol verbazing vroeg: „, waarom zoo gesmukt, werd er dan bezoek verwacht? in elk geval breng ik hier mijnheer Anselmus mede.”

Omdat hij reeds met een paar jongelui tevergeefs geprobeerd heeft, ze die manuscripten te laten copiëeren, heeft hij zich eindelijk tot mij gewend, om hem een geschikten teekenaar te verschaffen; toen heb ik aan u gedacht, beste mijnheer Anselmus, want ik weet, dat u niet alleen zeer sierlijk schrijft, maar ook met de pen heel zuiver en net kunt teekenen.

Er waren verscheidene burgermeisjes bij gekomen, die heimelijk spraken met de juffrouw en onder elkaar gichelden, terwijl zij naar Anselmus keken. Hem was het of hij stond op louter spitse doornen en gloeiende naalden. Zoodra hij pijp en tabakszak weerom had, rende hij spoorslags heen.

Veronica was de vroolijkheid, de bekoorlijkheid zelve en toen Paulmann naar zijn studeerkamer was gegaan, wist zij Anselmus door allerlei plagerij en schalkschheid zoo op te voeren, dat hij alle beschaamdheid vergat en ten slotte met het uitgelaten meisje door de kamer ronddraafde.

Den student Anselmus was dan ook opeens weer het avontuur onder den vlierboom uit den geest gegaan, hij gevoelde zich vroolijk en licht.

Kortom op slag van halftwaalf stond de student Anselmus in zijn grijs-groenen overrok en zijn onderkleed van zwart atlas met een rol calligraphieën en penteekeningen in den zak, reeds in de Schlossgasse in den winkel van Conradi en dronk één twee glaasjes van de beste maagbitter, want hier, dacht hij, terwijl hij op zijn dan nog leegen zak klopte, zullen weldra gemunte thalers rammelen.

Toen grepen de student Anselmus en griffier Heerbrand de kom met punch en de glazen, om die onder gejuich en gejubel tegen de zoldering te werpen, zoodat de scherven klinkend en kletterend rondsprongen. „Vivat Salamander pereat pereat de oude slaat den metalen spiegel stuk, rijt den kater de oogen uit!

Nu was het als roerde de avondwind de bladeren, dan als koosden vogeltjes in de twijgen, de kleine vlerken in opzettelijk heen-en-weer-fladderen bewegend. Toen begon een gefluister en een gelispel en het was, alsof de bloesems tonen uitluidden gelijk hangende kristallen klokjes. Anselmus luisterde en luisterde.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek