Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


Hij had het aan den politieagent afgestaan, die er, om zijn pleizier, dakzitters in kweekte. Johan hoorde gaarne, terwijl hij over de fijn gestreken kleuren van een afgebeuld doek gebogen zat, het zachte getroetel der duiven of hun ruischenden vleugelslag, als ze, langs den witten kijker, hun vlucht namen over het grauw-roode spel van pannen en schoorsteenen.

Elken dag, ja, bijna elk uur, kwam je gezondheid als bij druppels terug, die den zwakken, loomvlietenden levensstroom in je weer aandreven tot een krachtigen, ruischenden vloed. Met oogen, bijna blind door verlangen en diepe gehechtheid, heb ik gezien, hoe je als van den dood tot het leven terugkwam.

Frigga alleen koesterde hoop, en zij wachtte met angst op den terugkeer van haren bode, Hermod den snelle, die intusschen over de sidderende brug was gereden en langs den donkeren Helleweg, totdat hij, in den tienden nacht, den ruischenden stroom van de rivier Giöll overkwam.

Weinig bekoorlijkheid bezat de rivier hier in zijn grenzenlooze woestheid. Maar de ridder wist, dat het schouwspel spoedig veranderen zou. Hij trok Rijnafwaarts, waar de groote bergreuzen den ruischenden stroom omsluiten.

Zij hadden geen woorden meer. De starren begonnen te schijnen. Hoe kwam het, dat hun lippen elkander ontmoetten? Hoe komt het, dat de vogel zingt, dat de sneeuw smelt, dat de roos zich opent, dat Mei ontluikt, dat de morgenstond de donkere boomen op den ruischenden top der heuvelen verlicht? Een kus, dit was alles. Beiden sidderden, en zij aanschouwden elkander in de schaduw met vlammende oogen.

"Ik wil naar oom, naar de pastorie; tante laat mij, bid ik u!" En reeds stond zij weder buiten en kampte tegen den wind, om vooruit te komen. De kreten der oude vrouw stierven weg in den storm, en over haar heen bogen zich de takken der elzeboomen aan den ruischenden molenbeek in wilden strijd.

Alom schichten bliksems lichtend door de bosschages diamanten zien als vonkende oogen uit de aarde! hooge springbeken stralen uit de bronnen vreemde reuken waaien met ruischenden vleugelslag over het zijn de geesten der elementen, die de lelie huldigen en Anselmus’ geluk verkonden. Daar heft Anselmus het hoofd als door de glansstraling eener verheerlijking omstroomd. Zijn het blikken?

Uit dit bekken vloeit het water als een beek weg, loopt door het grasveld en eindigt in een ruischenden waterval, die in een afgrond valt, welks diepte niet met den blik kan gepeild worden. Met ziet dat het Stoomhuis, wat de ligging betreft, het nuttige met het aangename vereenigde.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek