Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


Neen, Publius en Sempronius, tijgt aan 't werk; Gij moet gaan zoeken met houweel en spade, En dringen door der aarde middelpunt; En komt gij zoo in Pluto's rijk, wilt dan, Ik bid u, hem dit smeekschrift overreiken; Zeg, dat het hem om recht en bijstand smeekt En van den ouden Andronicus komt, Wien leed diep schokt in dit ondankbaar Rome. O Rome!

Gij, heeren, weet, gelijk de groote goden, Dat, wat ook vredestoorders mogen blazen In 't oor des volks, er met de drieste zoons Van de' ouden Andronicus niets geschiedde, Dan volgens wet en recht. En schoon nu ook Zijn kommer zijn verstand hebbe overweldigd, Is 't wel te dulden, dat zijn bitterheid, Zijn wrok, zijn dolle waan ons zoo bedreigen?

Bij een stuk met een inhoud als Titus Andronicus moet de verleiding voor een jong dichter, om de personen in matelooze jammerklachten, in afgrijselijke wraakkreten te doen uitbarsten, zeer sterk geweest zijn, vooral in een tijd, dat zulk een taal door anderen gebezigd werd en blijkbaar in den smaak van het publiek viel. En toch, de jeugdige Shakespeare nam een zekere matiging in acht.

AARON. Mijn heer, de keizer Titus Andronicus Meldt u door mij, dat, zoo ge uw zoons bemint, Gij, oude Titus, Lucius, of gij, Marcus, Wie uwer ook, de hand zich af moog' houwen En aan den keizer zenden; daarvoor zendt Hij beide uw zoons u levend hier terug, En dit zal 't losgeld zijn voor hunne schuld. TITUS. O beste, goede keizer! vriendlijke Aaron!

Twee van Titus' Zoons komen op, daarna twee Mannen, die een zwart overdekte lijkbaar dragen; vervolgens twee andere Zoons; hen volgt Titus Andronicus; achter dezen komen Tamora, alsmede Alerbus, Chiron, Demetrius, Aaron en andere Gothen, als gevangenen; gevolgd van Krijgslieden en Volk. TITUS. Heil, Rome, zeeg'rijk in uw treurgewaad!

Toen Shakespeare met dezen eersteling zijn krachten beproefd had, legde hij zich terstond een andere taak op; hij ondernam een grootsch geheel van vier stukken, een tetralogie, die een belangrijk gedeelte van 's lands historie, de worsteling namelijk der huizen van Lancaster en van York, den strijd van de roode en de witte roos, ten tooneele zou brengen. Hoogstwaarschijnlijk was hij reeds in Stratford met de lezing zijner hoofdbron, de kroniek van Holinshed, begonnen, en had de nabijheid van het grootsche kasteel, eens de zetel van den machtigen koningmaker, den graaf van Warwick, aanleiding gegeven, dat vooral dit gedeelte der geschiedenis zijn opmerkzaamheid boeide. Thans, nu hij zich door den Titus Andronicus zijner kracht bewust was geworden, ondernam hij met moed zijn taak en ontwierp, ten minste in hoofdtrekken, waarschijnlijk terstond het grootsche geheel. In drie stukken werd de geheele levensloop van den zwakken en rampspoedigen koning Hendrik

Neemt, heem'len, gij voor Andronicus wraak! Aldaar. Een vertrek in het paleis. Van de eene zijde komen op: Aaron, Demetrius en Chiron; van de andere zijde de jonge Lucius en een Dienaar, met een bundel wapens en daarop geschreven verzen. CHIRON. Demetrius, daar is de zoon van Lucius; Hij komt een boodschap aan ons overbrengen. AARON. Een dolle boodschap van dien dollen oude!

Trekt voort! Rome. Het voorplein van Titus' huis. Tamora, Demetrius en Chiron komen op, vermomd. TAMORA. Aldus, in deze vreemde, somb're dracht, Bezoek ik Andronicus nu, en zeg, Dat ik de Wraak ben, uit de hel gezonden, Om voor zijn jammer met hem recht te doen.

Er moge nog aanmerkelijk verschil bestaan tusschen den versbouw van den Titus Andronicus en van Shakespeare's latere stukken, wij kunnen toch reeds hier het streven naar eenvoudigheid en natuurlijkheid in de verzen ontdekken. Dit zelfde geldt, wanneer men op de geheele uiting der gedachten let.

Doch men moet hier toch niet uit besluiten, dat de zucht naar ruwer genietingen niet bestond; er werden ook tooneelwerken van minder allooi vertoond, en zelfs lang nadat Shakespeare's grootsche gewrochten de toeschouwers hadden verrukt, werd zijn eersteling, Titus Andronicus, alsmede Kyd's Spaansche tragedie, nog luide toegejuicht.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek