Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juli 2025
Of Willem nu wilde of niet, daar hielp niets aan; hij moest schreien en lachen te gelijk. "Aha," zei de man, "het zonnetje schijnt en het regent! Nu ga ik raden! Huil je ook omdat je niet met dat troepje jongens en meisjes mee mag? Zeg?" Het ijs was gebroken.
Ik zou 't voor geen geld ter wereld willen missen, want het is mijn Sesam-open-u? Aha! nu begrijp ik 't uw gewone truc. Noem het, zooals u wil, mijnheer, maar 't is voor mij een levenskwestie, dat ik persoonlijk toegang krijg tot menschen van positie en stand.
"Aha! nu begrijp ik, waarom ik het varken moest zien, doch waarlijk mijn krediet is zeer gering, en althans in zulke omstandigheden ben ik geen zaakkundige." "O!" vervolgde Gheryt: "ik heb juist hammen ekocht om niet aan mijn fraaien hof beer te raken: en als oe er maôr een woord met den heer Ambtman van sprak, dan ben ik overtuigd, dat....."
Dit is Humun, de lijfknecht van den Heer, zeide de kleermaker. Aha, daar hadden wij al terstond den man, voor wien wij op onze hoede moesten zijn! Hij maakte voor mij een diepe buiging en wees op twee pootige knapen, die achter hem stonden, zeggende: Effendi, mijn Heer betreurt het zeer dat gij niet kunt loopen. Daarom gaf hij bevel dat deze mannen u naar hem toe zouden dragen.
Heer, dat moet gij mij niet vragen. Waarom niet? Het is een groot geheim. O, in Baweria kent ieder kind dat geheim. Heer, dan zijt gij een nog veel knapper brouwer, dan de man, die het mij heeft geleerd. Van waar was die man? Uit Stambul. Aha! 't moest mijn Beier zijn. En waar wilde hij heen? Naar zijn geboorteland. Maar van hier uit, langs welken weg? Naar de Tuna.
"Aha!" riep Orleman, "ik zie het al. Kijk eens naar boven. Ons mooie plaatsje is weg. Er ligt vuur in den haard." "Jammer, jammer," antwoordde zijn vriend. "Welneen, niets jammer; nu hebben zij het warm. En wij gaan door de deur." Orleman deed heel voorzichtig de deur open en ze stonden meteen in het eenige vertrekje van het huis. Wat zag het daar anders uit dan den vorigen avond.
Stipan Arkadiewitsch werd door allen, die hem kenden, niet alleen om zijn vroolijk, goedhartig karakter en zijn stipte eerlijkheid bemind, maar in zijn aangenaam, net uiterlijk, zijn glinsterende oogen, donkere wenkbrauwen en haar en de frischheid van zijn gelaat lag iets, dat ieder voor hem innam. "Aha! Stiwa! Oblonsky! Daar is hij weer!" klonk het vroolijk, als iemand hem ontmoette.
Toen de week om was vroeg de houtvester hoe het hem beviel, en of hij bij hem wilde blijven. "Jawel, meneer, maar, maar...." "Nu, wat maar, jongen, spreek maar zooals je het meent!" zei de man. "Maar, meneer, ik zou zoo graag gauw, heel gauw mijn zakken vol geld hebben!" "Aha! Jawel, ik dacht wel dat er zoo iets komen zou.
HOVSTAD. Het is iets dat hij verleden winter al schreef; een aanbeveling van de badinrichting, een uiteenzetting van den gunstigen gezondheidstoestand hier bij ons. Maar toen liet ik het stuk liggen. BURGEM. STOCKMANN. Aha, dan was er zeker het een of ander niet in den haak?
"Aha!" dacht hij, "daar zijn de zes mannen, die mij niet levend hier vandaan zouden laten. Raar volkje, dat altijd midden in den nacht pas thuiskomt als dat geen dieven zijn, dan weet ik het niet! Eerlijke menschen hebben 's nachts op straat niets te maken." Tom ging overeind in bed zitten en begon te luisteren naar wat de mannen praatten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek