Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 mei 2025


Eve schaterend als een schelletje en het betreurend, dat ze er zooveel moesten laten staan, zulke heerlijke groote! Misschien zijn er wel veel bij de hut! troostte Frank. Zoû u denken? riep Eve en helder op lachend: O, wat zijn we toch kinderen! Wat zijn we toch kinderen!

Eve was, na een warm souper, door papa naar bed verbannen, en zij zaten met hun drieën, Sir Archibald, Frank en Bertie in het salon, waar nog enkele gasten, mistroostig over het slechte weêr, zich verveelden met eene illustratie of een album.

Hij had zich in zijn getwijfel neêrgegooid op een stoel en elke spier aan zijn gelaat trilde reeds van strijd. Maar toch ging hij voort. Je weet het niet, hoe ik me voel: je kùnt het niet begrijpen. Ik ben zoo ellendig, zoo diep, diep ongelukkig. Ik heb me nooit in mijn leven zoo heerlijk, zoo harmonisch, zoo geëquilibreerd gevoeld als toen ik met Eve was, ten minste ... nu lijkt me dat zoo.

Hij wist het nu, waarop hij doelde; hij overwoog nu ook zijne woorden, als was ieder woord een korreltje goud; hij gevoelde zich zeer helder worden, zeer logisch en kalm, zonder de angstige, vage ontroering van zoo-even ... En hij sprak zeer langzaam, met die treurige, klanklooze stem, als van een zieke: In Londen! Neen Eve, hier kan ik niet blijven. Waarom niet?

De modder stapten zij op rotsblok na rotsblok over, de oude heer zonder hulp, maar Eve met hare hand in die van Frank, vreezende voor het uitglijden harer natte zolen op het gladde, geelgroene mos.

Angezien de bediende heen en weer loopt, en er zoo machtig veel rijk volk bij zit, kan 'k niet séance tenant me rol vervulle, en vroeg ik de garçon, in me moeders taal, of ik hem eve privé alleenig mog spreke.

Er is nu nog alles aan te doen. We hebben je verder leven in onze hand, Eve. En ik kan niet doorgaan met je nog ongelukkiger te maken, dan ik al gedaan heb. Daarom zoû ik graag, voor jou, voor jouw geluk, je je woord teruggeven. Maar ik wil niet! kermde zij wanhopig. Ik wil niet. Ik begrijp je niet: waarom zoû je mij mijn woord teruggeven?

En toen zij alleen waren, begon Bertie: Foei, foei, wat plaag je me toch tegenwoordig, Eve. Zij lachte en bloosde, voor zichzelve verlegen, dat zij hem zoo plaagde, om Frank. Maar Bertie's gelaat was ernstig geworden en met een lief gebaar vouwde hij zijne handen samen en smeekte hij: Beloof me, dat je het niet meer doen zal.... Zij zag hem aan, verbaasd om zijn ernst.

Waarom ben je niet zelf gekomen, o, waarom ben je niet eens zelf naar ons toe gekomen! vleide zij, smartelijk verwijtend. Hij zweeg een oogenblik, zijne gedachte verzamelend, zich niet meer herinnerend. Zeg Frank? smeekte Eve. Waarom ben je zelf niet gekomen? Ik weet het niet meer! sprak hij suf. Heb je daar dan geen enkel oogenblik over gedacht? Ja, jawel! stamelde hij. Maar waarom dan niet?

Maar Franks liefde voor Eve was zoo zielsomvattend geweest, was het nu nog, dat hij na korten tijd de ziekelijkheid, het decadentisme van dit dwepen inzag, en er toen geen troost meer uit putte. Grijzer hing zijne neêrslachtigheid om hem heen.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek