United States or Tunisia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Segher Wulf heeft dus, door zijne overwinning, Kerlingaland voor groote bloedstorting behoed." "Gij meent het, mher Willem?" wedervoer Disdir Vos. "Alhoewel ik ziek ben geweest, weet ik misschien beter dan gij wat er omgaat.

De dans hield op; de mannen sprongen naar hunne zwaarden, die zij hier en daar op de houten bank hadden neergelegd; de vrouwen slaakten een angstgeschreeuw, de kinderen liepen te hoop in eenen hoek; maar allen hielden het oog naar de deur, waar nu een hoogstaltig man zich vertoonde. Bij zijne verschijning riep elkeen met verwondering: "Mher Burchard Knap!"

"Er is een geluk zoo eindeloos groot dat het ons verplettert. Komt, komt hier bij mij, geeft mij de hand ... Laat mij ademhalen. Waarom stort de genadige God ... dus in eens over mij ... al de zaligheden van een gansch leven uit?... Zoo, zit zoo nevens mij!" "Bedaar toch, lieve Dakerlia", murmelde mher Sneloghe. "Ach, hoe duister mijne hersens! Alles draait in mijn hoofd.

Terwijl Robrecht verstrooid doch met medelijden het tooneel hunner verschriktheid aanschouwde, trad de kanunnik Ludgard, die nog niet eens was teruggekeerd, de Hof poort binnen en deed reeds van verre tot mher Sneloghe een teeken, dat hij hem zou volgen. Robrecht ging hem achterna tot op het midden van het plein.

Hij drukte nog tot vaarwel de hand van mher Sneloghe, die met haastige stappen zich verwijderde, om de hem opgelegde boodschap te gaan volbrengen. Reeds vier dagen waren er verloopen sedert den moord van graaf Karel, zonder dat er eenige gewapende macht voor Brugge was verschenen om zijnen dood te wreken.

Mher Gervaas Van Praet, die den noodlottigen toestand zijner mannen voor de poort van den burg zelf had gaan erkennen, en de duizenden pijlen der Kerels tot op het midden der Markt door de lucht hoorde snorren, deed de trompers blazen en riep zijn leger naar den kant der St-Christoffelskapelle te zamen.

"Eerst, de Coninck van Majorke: de Coninck van Meliden: dhertoge van Coranen: dhertoge van Brabant: de Bisschop van Beauvais: de Grave van Archois: de Prise van Aspermont: Jacob van Simpel: de Grave van Clermont: de Prince van Champaingen: de Grave van Melli: de Grave van Trappe: de Grave van Lingui: de Grave van Bonnen: de Grave van Henegauwe: de Grave van Frison: de Grave de la Marche: de Grave van Bar: item zyn dry broeders de Heere van Bentersam: de Heere van Wenmele: de Castelein van Rysele: de Heere van Flines: Clarion des Coninck van Melidens broeder: Mher Jan van Creky: de Heere van Van Merle: de Grave van Lingui in Barrois: de Heere van Marloos: de Heere van Albemarke: des Bisschop van Beauvais broeder: de Heere van Versen: de Heere van Rochefort: Mher Gillis van Olingy: de Heere van Montfort: Godefroid's Graven van Bonnen broeder, en meer dan seven hondert vergulden sporen.

Dakerlia zweeg eene wijl; een zucht ontsnapte haar en hare oogen glinsterden van ontroering. "Maar, Reinbert", vroeg zij in gedachten, "gelooft dan mher Sneloghe, gelooven de andere Kerels dat men de doodstraf tegen hen zal uitspreken?"

Terwijl hij daar beweegloos zat, naderde van den kant der Engelsche straat een ander ridder. Zoohaast deze mher Sneloghe herkende, bleef hij verrast staan en beschouwde hem met oogen waarin haat en nijd schenen te vlammen. Van dit bitter gevoel moest zijn hart overstorten; want zijne scherpe lippen trokken bevend tot eenen grijns te zamen.

"Wie weet, hebben zij de wapenboden daartoe geen bijzonder bevel gegeven? Onverbiddelijk zijn de Tancmars in hunnen haat." "Maar neen, de wapenboden zijn nog verre; mher Wulf kan niets van de afkondiging verstaan", bemerkte de proost. "Ach, hij hoort zoo verwonderlijk scherp, en hij ligt onder het venster bij de straat", klaagde Robrecht.