United States or Cocos Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik heb lief en de liefde drijft mij u deze inspanning te veroorzaken en wie ik lief heb, bevindt zich op het schip, dat gij daar voor u ziet, hetwelk met dat wat ik het meeste begeer vol groote rijkdommen is, die wij, als gij dappere kerels zijt, met weinig moeite door flink te vechten, kunnen veroveren.

Dakerlia wierp hare armen om zijnen hals en zeide, hem teederlijk zoenende: "Ja, ja, vader lief, gij hebt gelijk: de hemel zou, evenals vroeger, dengenen bijstaan die het recht verdedigt. Gij hebt wel gedaan en uwen plicht vervuld, met de lasteraars der Kerels tot zwijgen te brengen, maar ik ben toch zoo gelukkig dat Ghyselbrecht den kamp heeft geweigerd!

Je was drìftig, verontschuldigde Carpoforus; zoo erg is een moord niet, als je driftig wordt.... Wat erg is, dat is als je vermoordt om te gappen! Zoo als Nigrina vermoord is, zei Colosseros. De moordenaar is gepakt, zei Triumfus. Beide kerels? vroeg Nilus. Klanten van mij, hoor! Dat weet je? Een dief en een weggeloopen slaaf?? Min volk! minachtte Carpoforus.

"Met den rijksten en machtigsten Kerel", verbeterde Bertulf. "Wie weet niet dat mijn neef meer vrije gronden bezit dan mher Rijkaard leengoederen?" "Het is gelijk, heer proost, indien dit huwelijk voltrokken wordt zult gij iets wonders gewrocht hebben dat, inderdaad, de Kerels sterk moet maken tegen de kuiperijen der Isegrims."

Ridders en wapenknechten waren nu, onder het aanheffen van triumfkreten en wraakgeroep, den tempel binnengestroomd; en wie plaats kon vinden om de Kerels te naderen, had hen met woede aangevallen.

De dreigende houding der Kerels verbitterde den graaf nog meer; want in tegenwoordigheid der Fransche ridders, die hunne verbaasdheid over zijne aarzeling betuigden, was zijn toestand zeer onaangenaam en schier belachelijk. "Gij zult in de gevangenis!" riep hij.

Ik heb reeds jaren lang oorlog gevoerd tegen Karel van Denemarken, en hem bijna overwonnen, alhoewel ik mij slechts door een gering gedeelte der Kerels geholpen zag. Nu gaat gansch Kerlingaland opstaan tot het verdedigen zijner vrijheid. Sterk door zulke eendracht, wat zouden wij vreezen? Wij zijn onverwinnelijk!" "Ja, ja, onverwinnelijk!

Maar.... zouden de voorzitter Uncle Prudent en zijn secretaris Phil Evans onwillig de hulp van Robur van de hand wijzen, zouden zij weigeren door hem gered te worden? Die koppige kerels waren daartoe wel in staat! Zij hadden er evenwel niet veel genoegdoening van.

Weet gij wel dat wij, Vlaamsche ridders, met onze wapenknechten, in het Fransche leger wel tienduizend sterk zijn ? Wat zouden de Kerels kunnen doen, indien eene macht van tienduizend krijgslieden in de Ambachten verscheen, om daar al te verpletteren wat weerstand zou durven bieden? En ware dit ontoereikend, is geheel het Fransche leger niet daar om ons te helpen."

Hij riep vijf of zes wapenmannen tot zich en richtte zich naar het Gijselhuis waar hij, om de onrustige Kerels te stillen, verplicht was hun te zeggen dat hun vriend waarschijnlijk binnen een half uur zijne vrijheid zou terugbekomen. Deze aankondiging werd door een algemeen gejuich van blijdschap begroet.