United States or Saint Lucia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vijf denariï het stuk, prees de Archigal niet te duur in deze taveerne, al waren de koopsters patricische vrouwen, zijn prullen van glas. De vrouwen kochten de amuletten. Nigrina wilde betalen, voelende naar haar beurs in haar boezem. Daar ginds bleven de Gallen zingend met de tamboerijnen rinkelen en klinkelen met de rinkelbommen. Zichtbaar dreef de dikke walm over de hoofden der gasten.

Je was drìftig, verontschuldigde Carpoforus; zoo erg is een moord niet, als je driftig wordt.... Wat erg is, dat is als je vermoordt om te gappen! Zoo als Nigrina vermoord is, zei Colosseros. De moordenaar is gepakt, zei Triumfus. Beide kerels? vroeg Nilus. Klanten van mij, hoor! Dat weet je? Een dief en een weggeloopen slaaf?? Min volk! minachtte Carpoforus.

Dominus! wenkte plotseling Fabulla Lavinius Gabinius. Nigrina was met de Threxen verdiept in de methode hoe het zwaard te werpen van rechter- naar linkerhand om den òpsteek te geven, als de rechterarm het schild op ving. Lavinius Gabinius drong nader. Is het volstrekt noodig, dat altijd jòngens de vrouwerollen spelen? vroeg Fabulla.

Het fluisterde nu zachter: Is, wie Nigrina heeft....? Sst!! Al gepakt?? Ze zeggen van ja.... Lang zal het niet duren,

Ja, kijk maar! riep Colosseros, uit de hoogte en verte Fabulla's blik ontmoetend. "Hadt je me maar"; ?! Zeg tot zijn makkers ; te rouwen om Nigrina schijnt ze niet.... Kijk, ze lacht! Fabulla, in der daad, lachte. Zij schaterlachte zelfs even, luid, in gescherts met Domitilla naast zich. De hooge zwarte en blonde haardiademen negen boven het gelach naar elkaâr toe.

Colosseros beloofde en Fabulla riep tot Nigrina, niet meer woedend want lachend bedwongen maar toch geëerbiedigd door de Threxen, die nieuwen wijn bestelden, op hare rekening: Nigrina, ik k

Kom, maak eens plaats, wapenzuster! riep een van hen en Nigrina, jovialerig, maakte plaats en, hoe ook, de gladiatoren klompten met de vrouwen samen en sloegen met de breede vuisten op tafel om wijn. En de Gallen, daar ginds riepen spottend: Thraciërs, Threxen of wat jullie mogen zijn, vechtbazen met net en drietand, handen thuis, hoor en

Toen sloten de Gallen het kastje, dat zij steeds zoó gehouden hadden, dat de matrozen en de meiden, die ook en voor niets kijken wilden, het beeldje niet hadden kunnen zien. De Archigal hing den sluier weêr over het kastje, want Fabulla was vies van het beeldje en wilde het liever niet kussen: het behoedde voor alle ongeval. Hoeveel? vroeg Nigrina.

Jij kènt die buurten, lieve nicht, zei de Keizerin hoog. Jij bent er dikwijls genoeg geweest met Nigrina. Jij moest er ons brengen. Begrijp je. Ik kom er niet meer, zei Fabulla, bijna weemoedig. Waarom? vroeg Crispina. Omdat me dat niet voldoet.... Ik ben treurig den laatsten tijd.... Om Nigrina.... Om allerlei.

En om zich heen weidden brutaal hare zwarte, drieste manwijfoogen over de in smook verdoezelde menigte, tot zij de Gallen in den hoek in het oog kregen, die maar dansten met obscene openspreidingen hunner priestergewaden, nu ten gerieve der beide patricische vrouwen. En hard, luid lachte Nigrina, minachtend wijzende, hare gezellin opmerkzaam makend: Fabulla! Fabulla!