United States or Belize ? Vote for the TOP Country of the Week !


En dan heeft God de Heere ons op het punt, waar Hij ons hebben wil, want dan is in den angst van de worsteling de gevloekte hoovaardij van het »Gode gelijk te wezen« overwonnen. Dan willen we de minste voor God zijn. Dan houdt op de verheffing van den hoogen mensch, en krijgen we lust aan kleinheid en geringheid en nietigheid.

Zich naar Uilenspiegel wendend, terwijl de bange Pompilius zich aan het klokzeel liet hangen, sprak hij: Nooit zal men tegen Zondag den heiligen-Martinus kunnen herstellen. Wat zullen de menschen zeggen en wat staat mij te doen? Heere, antwoordde Uilenspiegel, nood breekt wet: wij moeten tot een onschuldig bedrog onze toevlucht nemen.

En dit nu is op en top Pelagiaansch. De vrije wil is de haan op den toren. Maar met zulk een liefde kunt ge dan ook voor God den Heere en zijn Woord geen oogenblik bestaan. In de Heilige Schrift toch zegt de Heere: Ik, uw God, kies uit, Ik, uw God bepaal, wie tot het lichaam des Heeren zullen behooren.

Heere, maak Gij 't dan maar wel, opdat mijn vrouw en ik met Uw volk nog in dit leven U mogen prijzen. Weest allen hartelijk gegroet van Uw u liefhebbende oud-leeraar, Amersfoort, 8 Januari 1914. Geliefde gemeente! In 't menschelijke leven komen oogenblikken voor, die men momenten noemt.

Neen, uw stand is de stand van dienstknecht en dienstmaagd des Allerhoogsten, wier oog op de hand van hun Heere moet zijn, en die dit jaar met geen anderen zin of toeleg mogen intreden, dan om dien grooten en machtigen Heere te dienen in alles, te dienen al den dag en al den nacht, te dienen van den eersten dag des jaars tot aan zijn einde.

Er zijn een gansch groote menigte schapen, maar ook een gansch heir van bokken in die kudde. Lees wat er staat. Jezus zegt niet: schapen en rammen, maar schapen en bokken. En bokken zijn wat iedere jongen eronder verstaat, niet rammen, maar geitebokken. In ons land vat men dat zoo niet; maar in een land van bergen als waarin én de Heere én zijn profeten omwandelden, vat ieder dat.

"Zoudt gij het met ons beproeven, vader Tom?" "Neen," antwoordde Tom. "Er is een tijd geweest dat ik het zou gedaan hebben, maar de Heere heeft mij een werk onder deze arme menschenzielen hier gegeven, en ik zal bij hen blijven en mijn kruis met hen dragen tot aan het einde.

Ik maak een tweede vergelijking, en weeg, wat ik door mijne zonde heb verdiend, af tegenover den rijkdom van weldaden, waarmede de Heere mij vooral in deze dagen omringt. Dan gaat 't mij wederom als den dichter van den 103en psalm.

Spreekt gij als hij, vrouw? vroeg de baljuw. Soetkin knikte van ja. Verbrandt den vischverkooper! riep Uilenspiegel. Soetkin zweeg, hief den arm tot vermaledijding omhoog. Doch als zij het fornuis zag gloeien onder de voeten haars zoons, riep zij uit: Heere God! Heilige Maria, die in de hemelen zijt, stelt toch een einde aan die marteling! Ontferming! Doe het vuur weg!

De Heere zij geloofd, Die Jakobs aanschijn nu de tranen wil afwasschen, En in 't beloofde land bedelven eens onze asschen In ons voorvaders graf. Den Heer zij lof en prijs! Wij zullen niet meer zijn der dieren aas en spijs, De wreede Farao zal ons niet meer verheeren, De stamme Juda nu aanvanget te regeeren: Kom, Juda, als een leeuw! klimt nu ten hoogsten staat!