United States or Greenland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Altoos die diep satanische trek van onze zonde: Gij zult als God, d. i. aan God gelijk wezen. Het demonische: Eritis secutis Deus . De gruwelijke hoovaardij van ons boosaardig hart. Gij zult als God wezen. En dat nu gaat er dan in die worsteling door genade uit en ten leste belijden we dan onze schrikkelijke minderheid, en komt onze ziele er voor uit: »o, God! Gij zijt een almachtig God!

En daarom, toen de mensch in zijn hoovaardij dát aandorst, en den band met zijn God afsneed, toen kwam de vloek ook: »Stof zijt ge en tot stof zult ge wederkeeren, dewijl ge daaruit genomen zijtUit dien hoofde blijft het niet bij het uitblazen van den adem en het geven van den jongsten snik. Neen, de vernedering moet nog dieper doordringen.

Hij gromde nog immer tegen deze gevaarlijke gekheid, zooals hij het noemde; en wanneer hij met zijne vrouw er over sprak, vielen er vele grammoedige en bittere woorden. Het was zijne ingewortelde gedachte, dat het onderwijs een werkmanskind onfeilbaar moet verloren leiden; want volgens hem sproten uit de geleerdheid de zucht naar schoone kleederen, hoovaardij en vele ergere dingen.

Wanneer ik zeg dat ik hiervan overtuigd ben, spreek ik met te veel hoovaardij. Veraf, als een volkomen parel, kan men de stad Gods zien liggen. Het is zoo'n wonderbaarlijk gezicht, dat het lijkt als kon een kind haar bereiken binnen een zomerdag. En een kind kan dat ook. Maar voor mij en mijns gelijken gaat het niet zoo gemakkelijk.

Zoo is de Majesteit des Heeren voor ons verkleind en ver naar den horizont van ons leven weggedrongen; maar hoog en breed is de majesteit van ons eigen ik opgericht. Zooals Asaf het in Psalm 73 teekent: »De hoovaardij omringt den mensch als een keten, zijn tong wandelt op de aarde, en hij gaat de inbeeldingen des harten te boven

Leg naast die Bourgondische onbeschaamde hoovaardij de gemoedelijke onbeschaamdheid van Rudolf Agricola's vader, den pastoor van Baflo, die op den dag, dat hij tot abt van Selwert was gekozen, het bericht kreeg, dat hem uit zijn bijzit een zoon geboren was, en zeide: "Heden ben ik tweemaal vader geworden; moge Gods zegen er op rusten."

In de kroniekschrijvers zelf en in de verwerking van hun stof door de negentiendeëeuwsche romantiek komt bovenal het sombere en gruwelijke der late Middeleeuwen naar voren: de bloedige wreedheid, de felle hartstocht en hebzucht, de krijschende hoovaardij en wraakgierigheid en de jammerlijke ellende.

Ditmaal behoefde hij noch de schitterende majesteit van het goddelijke uit te drukken, noch de hoovaardij van hooge heeren te dienen: het waren zijn vrienden, die hij schilderde, ter gelegenheid van hun huwelijk. Is het werkelijk Jean Arnoulphin, zooals hij in Vlaanderen heette, de koopman uit Lucca, geweest?

Doch zelfs indien dit wél het geval ware, ook dan nog was de hoovaardij van hen misplaatst, die er zich maar steeds dwaselijk op beroemen, enkel door de beoefening der scheikunde den geheelen schat der medische wetenschap in bezit te hebben!

Alle deze bewijzen van opmerkzaamheid en belangstelling in zijn persoon en bezitting schenen ditmaal noch de hoovaardij van den heer Kegge te prikkelen, noch zijne vroolijkheid gaande te maken. Wij reden de poort uit en den straatweg op, en deden een mooien keer door de boschrijke streek. Het was een heerlijke najaarsdag. Het had in dien herfst weinig geregend en nog in het geheel niet gestormd.