United States or China ? Vote for the TOP Country of the Week !


Algeheele levenswijding en heiliging is de dure roeping van Zijn volk op aarde. Dit verkondigt de Heere in dezen psalm aan Zijn gunstgenooten, die zijn verbond maken met offeranden. Hij maakt hun duidelijk, dat Hij niet gelijk de heidensche goden als een bedelaar komt; want Zijns is de aarde en haar volheid.

Het was alsof er een weldadige invloed uitging van hare geheele persoonlijkheid en het luisterende kind bleef haar aanzien met een glans van innige dankbaarheid in de oogen, toen de psalm reeds geëindigd was.

De netelen nemen toe; ze wassen dicht ineen; ze worden als een hegge en woud om hem; en ten leste wordt het in zulk een verdorven hart in letterlijken zin, wat Salomo van den akker zeide: met netelen overdekt. Die daar zeggen: Wij zullen de overhand hebben met onze tong; onze lippen zijn onze! wie is heer over ons? Psalm 12:5.

Van Hake ziet om, en haar aan. De gedachte om het boekje weer ijlings in de la te bergen is even spoedig verworpen als ze gerezen was. Inwendig bevend, tuurt Jacoba er in, en ofschoon het spreken haar moeite kost, toch zegt ze snel: "Ik vond hier dit boekje, en dacht dat hetgeen u speelde er in stond, maar...." ", in dat boekje? ik ken het niet juffrouw, 't Was een psalm dien ik speelde."

"Het is zoo zondig waar!" bevestigde Jan, die de slagen geteld had. "Ja, we moeten weg. Misschien kunnen wij dan nog even de Kloosterkerk binnenloopen en den laatsten psalm meezingen. Dan geven wij dien op bij gebrek aan een tekst." Zoo gezegd, zoo gedaan. Maar wat er van was, of Frans bij het toesluiten het slot verdraaid had, hoe hij ook poogde de deur te openen, alles te vergeefs.

Vooraf werd in genoemde kerk, die tot in alle hoeken gevuld was, een korte samenkomst gehouden. Ds. Kouwenhoven, de oudste pastor loci, ging daarbij voor in het uitspreken van een rede aan de hand van Psalm 90 vs. 3: »Gij doet den mensch wederkeeren tot verbrijzeling en zegt: Keert weder, gij menschenkinderen!" Het was een aandoenlijke plechtigheid. Menige traan werd weggepinkt!

O, wendt het naar die Beter Waereld, Die 't eerst hergeeft wie 't vroegst verloor! Gelooft! al bracht u de oogst van 't leven De leêge halmenschoof der smart! Hebt lief en hoopt! en brak u 't hart, Dit zij uw psalm: "Daar staat geschreven!" God telde elk traantjen dat er dreef; Uw winter wacht Zijn lange lente, En de Eeuwigheid betaalt met rente, Wat hier de Tijd u schuldig bleef!

Dat had de schildwacht ontdekt, en jawel, daar kwam de veldwachter Loendersloot, zoo maar zonder eenig bewijs van den burgemeester, en beval ons uiteen te gaan. Daar stoorden we ons niet aan. Juist zongen we Psalm 68:15, daar komen burgemeester Hoolwerf en luitenant Worm, met een heele troep soldaten binnen. De luitenant op Jakob af!

De man van Psalm 42 is een geredde, juist omdat hij dorst kent; en nu wordt zijn dorsten het echte bidden en smeeken, en op dat smeeken volgt het toevloeien der volle stroomen gewisselijk, ook al beproeft de Heere hem voor een tijd. Waar het aan schort, is dat ge denkt: »Den dorst heb ik uit mijzelf, en de Heere moet mij alleen het water gevenEn zoo is het niet.

zoo zong de saamgevloeide schare met de woorden van den Tweeënveertigsten Psalm: 't Hijgend hert, der jacht ontkomen Schreeuwt niet sterker naar 't genot Van de frissche waterstroomen, Dan mijn ziel verlangt naar God.