United States or Benin ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als hij aan een boerderij bedelde, was het tien tegen één, dat de boer dreigde den hond op hem los te laten, en als hij zijn neus in een winkel stak, praatten ze over den veldwachter dit deed Oliver het hart in de keel kloppen; gedurende vele uren was dit dikwijls het eenige wat hij in de keel kreeg.

Je kunt er toch niet uit. Ha-ha-ha! Dat is grappig! Wacht, m'n beste jongen, ik kom bij je; dan zal ik je aan den anderen kant wel helpen. Hier heb ik meteen een bed voor je. Ha-ha-ha!" De veldwachter nam het stroo weer op, ontsloot de deur en trad het hok binnen. Nauwelijks was hij daar, of Jan Vos sprong voor den dag, en zei: "Kom Piet, we moeten Dik niet aan zijn lot overlaten.

En veldwachter Koelewijn had ook eenigen tijd noodig eer deze geloofsroem de zijne was. "Straks komt er iemand anders om me te spreken," had de burgervader tot den ontslagen veldwachter gezegd. Die iemand anders naderde even over half-twaalf juist het raadhuis toen Koelewijn de stoep afkwam. "Goeden morgen, Koelewijn! Wat kijk je neerslachtig, beste vriend!"

Toen wij voorbij de kosterswoning kwamen, zagen wij, hoe Arie de Zwaan, die zeker den burgemeester en den veldwachter voorbij en in den toren had zien gaan, onrustig voor het huis heen en weer liep. Zoodra hij ons zag, vroeg hij: »Wat is er in den toren te doen, jongens?» »Daar heb je den dief, geloof dat gerustfluisterde Bob ons toe. »Wat ziet hij bleek

Daar schrijft mijnheer Van Toulon met zooveel woorden in: "Gezien hebbende de missive van den burgemeester van Bunschoten van 10 Mei 1837, houdende dat de veldwachter zijner gemeente geweigerd heeft aan zijne bevelen te voldoen.... heeft goedgevonden en verstaan den persoon van Dirk Koelewijn uit zijne betrekking als veldwachter te ontslaan."

De bedreiging was niet ernstig gemeend, maar de goeie man was er toch zoo verschrikt van, dat hij bijna een flauwte kreeg en tegen een boom moest leunen, om niet te vallen, zoo beefde hij, terwijl de veldwachter of tsjankidar den meer geveinsden dan oprechten toorn van den pandit kalmeerde, door hem den baard te streelen en hem waarden vader te noemen.

"Kom anders maar binnen, hoor!" riep de veldwachter; maar er kwam natuurlijk niemand. Dik, die alles duidelijk kon verstaan, lag onder de besseboomen te lachen, dat zijn dikke buik er van schudde. "Hij is nogal stoelvast," dacht Dik, "maar ik zal hem wel overeind krijgen." "Rikketik, rikketik, rikketik!" "Duizend bommen en granaten!" riep Flipsen, die vroeger in dienst was geweest.

We hooren er hoogstwaarschijnlijk nooit meer iets van." Dat was ook zoo. Toen Flipsen met zijn proces-verbaal bij den burgemeester kwam, lachte deze den veldwachter hartelijk uit. "Ben je dwaas, Flipsen," zei hij. "Denk je, dat we met zulke nesterijen bij den Officier van Justitie kunnen komen?" "Maar burgemeester, 't is toch diefstal?" zei Flipsen knorrig.

Een vrijmoedige vrouw, die de veldwachter blijkt te zijn. Een afschuwelijke oom met een heel aardig neefje. De afschuwelijke oom doet niets. Het neefje houdt het Engelsche kerkhof zuiver. Hij verdient een shilling per dag, maar is dan ook "ketier mabsout", gij zoudt zeggen: reuze-tevreden. Maar wij moeten de Stad van Jirméjahoe verlaten.

"Haal een rijtuig!" beval de burgemeester den veldwachter. Geen half uur daarna reed een gesloten wagen, met twee paarden bespannen, zoo snel mogelijk den weg op naar Utrecht. Aan handen en voeten geboeid, door drie zijner soldaten in bedwang gehouden, werd de luitenant overgebracht.