United States or Zambia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op het gerucht, dat dit veroorzaakte, kwamen toen ook de hoeders met hunne knuppels en zweepen toe en ranselden den armen Rocinante zoo erg, dat hij eindelijk neerstortte en onder de hoeven der overige viervoeters den geest scheen te zullen uitblazen. De ridder en zijn schildknaap ontdekten spoedig, op wat wijze het arme dier mishandeld werd, en schoten hijgend toe.

Aldoor terwijl ze sprak, had-ie in de vlam van de lamp staan kijken, die kleiner werd, rood-peuterend kringde. En toen ze zweeg, had ze de sputterinkjes gehoord, flauw-glimlachend gevraagd of-ie 'r toch maar wou uitblazen voor de stank en de walm. In de stilte der kamer was de lamp aan de piepende kettingen gezakt, had z'n adem geploft.

Ettore kende zijn beestje en verloor den moed niet; hij wist het bijtijds te temmen. Als we even wilden uitblazen, legden we groote steenen voor de wielen, met een haast als van soldaten, die vluchtende een barrikade opwerpen om den vijand tegen te houden.

Vervolgens liep de proost, woedend en haastig, al de waskeersen uitblazen. En al wat hij vond aan hesp, worst en gevogelte nam hij mede, en gebogen onder den last, ging hij zoo treurig en ellendig zijne slaapkamer binnen, dat hij drie bottels wijn dronk.

Zoo ging het voort een half uur, een uur, en nog een geheel uur, met slechts korte halten, om de paarden even te laten uitblazen. Er viel nog altijd regen, maar zoo dun en licht, dat het voor deze geharde mannen niets beteekende. Opeens hoorde men Old Firehand van voren roepen: "Opgepast, messieurs! Het gaat naar de laagte, en door een riviertje.

»En dat niemand zal kunnen openbaren, wanneer deze ongelukkige overleden zal zijn." »Voorzeker, Mars. Maar laten wij hem in het fortje dragen. Dan zal hij wellicht tot bewustzijn komen... Wij kunnen hem toch niet hier op den oever den laatsten adem laten uitblazen." »Neemt gij de flambouw, master Gilbert," antwoordde Mars. »Ik zal wel kracht genoeg bezitten om hem te dragen."

Ze zijn heel vriendelijk, deze Turken, en daar de paarden wat moeten uitblazen, maak ik een schetsje van de getulbande heeren, zooals zij daar zitten voor een café, in een groen priëeltje.

't was bijna even mooi als op het tooneel." Daarop bracht hij het traliewerk weder in orde, legde de kinderen zacht op de mat, drukte op hun knieën, om hen rechtuit te doen liggen, en riep: "Nu de goede God zijn kaars ontsteekt, kan ik de mijne uitblazen. Nu moet ge slapen, kindertjes. 't Is ongezond niet te slapen. Wikkelt u goed in de deken. Nu blaas ik 't licht uit. Zijt ge klaar?"

Veel kleine, nijdige dwazen wilden mijn kaarsjen uitblazen, toen werd het in mijn hand een machtige fakkelbrand. Mijn Vrienden. Ik droeg mijn baloorige vrienden 't kwaad hart niet toe, dat ze verdienden. Want al hebben ze mij soms deerlijk bezeerd, ze hebben zichzelf nog méér geblameerd.

"Je moet je oogen eens half toe doen en dan naar de kaars kijken, dan zie je zulke prachtige stralen." "Hm," zei Nel, "'k doe ze liever heelemaal toe, 'k ben slaperig." "Ja, ik ook. Toch leuk, die stralen van die kaars, ik zal ze toch zoo meteen uitblazen " "Er stond een juffrouw aan de deur Met een witte boezelaar veur Hoe langer ze ston Hoe meer ze vergong"