United States or Svalbard and Jan Mayen ? Vote for the TOP Country of the Week !


De advokaat die 't zeldzaam voorrecht genoot ridderlykheid in JUT te ontdekken, moet woedend zyn over 't lasterlyk vonnis waarin z'n held wordt uitgemaakt voor 'n tuchthuisboef.

Wát geld! had haar eigen zoon geen geld als water! Dat zei niet slechts Eva maar iedereen! Mevrouw Armelo is woedend. Geen wonder: heel Romphuizen is in beweging; alles kleedt zich voor van avond; en.... Ouwe tuinboonen zal ie straks hebben; bij vergissing met het boonenkruid er onder; dat lust ie volstrekt niet. "Wat wil jij Van Hake? Moet jij bijgeval ook naar de partij?"

Beiden waren ernstig woedend dat de gezichteinder der Hebriden steeds beneveld was. Zoo gingen de vier eerste dagen van de nevelachtige Septembermaand voorbij.

Daar heb je de Huiskamps; ze kwamen ons waarschuwen en meteen van jou overgang vertellen. Dat hadden ze van den burgemeester gehoord en die was er woedend om. En toen kwamen ze..." "Ja," zei moeder met vrouwelijken takt, "dadelijk had Jannetje hun gezegd: dat moet u ze gaan vertellen. We gaan er Maandagavond eens overloopen." "Weten ze dat al?" vroeg Gerrit gespannen.

Vrouw Ipsukuk beweent haar verloren rijkdom en Tummassook verbeeldt zich weer opperhoofd te zijn en het volk is hongerig en trekt woedend rond. De derde vertelde dat Neewak het altaar van Moosu tegen den grond had gegooid en een godsdienstoefening ging houden voor de vroeger geëerde goden. En het heele volk herinnert zich de overvloed van vroeger.

In plaats van ons woedend te maken op hem, die van de omstandigheden profiteert, bewonderen wij hem integendeel en spitsen wij ons op onze beurt nog meer te verdienen, zoodra wij in de gelegenheid zijn.

De percussie knalde, maar het schot ging niet af. Ziet ge wel? zeide ik lachend. Ik heb u gewaarschuwd. Nu zijt gij in mijn macht! Ik hief mijn berendooder op, als om te schieten. Maar hij trok zijn heidukken-czakan uit zijn gordel en riep woedend uit: Nog niet! Treft u mijn kogel niet, dan mijn bijl! Hij zwaaide de bijl om zijn hoofd en slingerde die naar het mijne.

Alles was donker, maar zoo volslagen donker, dat na eenige minuten wachtens mijne oogen zelfs nog geen van die onbepaalde schemeringen zagen, welke men zelfs in den donkersten nacht bemerkt. Ned Land was woedend over die wijze van handelen, en liet zijne verontwaardiging den vrijen loop.

Eenige jonge lieden, daarop gezeten, wuifden met de hoeden ten teeken van overwinning, en de eigenaar, die aan het roer stond, hief een glas wijn op en dronk spottenderwijze onze gezondheid. "Wacht! Ik zal u weerom salueeren met een flesch," schreeuwde Lodewijk, woedend, en, naast zich tastende, greep hij de ledige wijnflesch en smeet die met kracht naar het zegevierende vaartuig.

Er zijn weinig dieren, die zoo ongezellig zijn, en zich tegenover hunne soortgenooten zoo afschuwelijk gedragen, als de Spitsmuizen; alleen de Mol evenaart hen in dit opzicht misschien. Niet eens de dieren van verschillende sekse leven, behalve in den paartijd, in vrede met elkander. Behoudens de genoemde uitzondering, vreet de eene Spitsmuis de andere op, zoodra zij haar te pakken kan krijgen. Dikwijls ziet men twee van deze dieren zoo woedend met elkander vechten, dat men ze met de handen kan grijpen; zij vormen in den letterlijken zin van 't woord één klomp, en rollen over den bodem, de tanden stijf in elkanders lichaam geslagen, de eene de andere vasthoudend met een woede, waarmede de scherpste Bullenbijter eer zou inleggen. Het is een groot geluk, dat de Spitsmuizen niet zoo groot zijn als Leeuwen: zij zouden de geheele aarde ontvolken en ten slotte moeten verhongeren. Het is een hoogst zeldzaam verschijnsel, dat men de Spitsmuizen vereenigd ziet tot groote gezelschappen, waarin vrede heerscht of schijnt te heerschen. Cartrey hoorde eens in de droge bladen een lang aanhoudend geritsel en geschreeuw, dat, naar hem bleek, veroorzaakt werd door een talrijke schare van Spitsmuizen, door hem geschat op ongeveer honderd stuks, die met elkander schenen te spelen en onder aanhoudend gepiep en gekwetter heen en weer liepen. Waarom zij dit deden, kon men niet ontdekken; misschien was het een vrijage op groote schaal. De drachtige Spitsmuis bouwt zich een nest van mos, gras, dorre bladen en plantenstengels, het liefst in metselwerk of onder holle boomwortels, voorziet het met verscheidene zijgangen, bekleedt het van binnen met zachte stoffen en werpt hier tusschen Mei en Juli 5