United States or Guinea-Bissau ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij zou hem bewezen hebben, dat deze nieuwe leer afschuwelijk en gevaarlijk was. Maar toen kwam de liefde en die maakte haar dom en verward. Zij kon hem niets antwoorden. Zij was slechts verbaasd, dat hij zoo spreken kon. En zij vond hem nog veel schooner dan vroeger. Nooit tevoren was zij zoo verward geweest, als zij hem zag. Nooit had hij zulk een indruk op haar gemaakt.

Zeg hem, dat ik hem moet zien, dat ik hem dadelijk moet spreken. Ik kan het niet uithouden ik zal geen oogenblik rust hebben, eer dit alles is verklaard, het moet een of ander afschuwelijk misverstand zijn. O, ga nu toch naar hem toe." "Hoe is dat nu mogelijk? Neen, liefste Marianne, je moet wachten. Dit is de plaats niet voor uitleggingen. Wacht nu alleen maar tot morgen."

In een ander café worden krijgsdansen uitgevoerd door negers uit Centraal-Afrika, die zich daarbij zoo afschuwelijk mogelijk toegetakeld hebben, behangen als zij zijn met lynx- en vossevellen.

Het was terwijl hij zich hiermee bezig hield, dat er een afschuwelijk wezen zonder vel uit het huis kwam en gillend het strand af holde, tot het in het zand viel en bleef liggen brullen en razen onder de schroeiende zon. Maoeki keek er even naar en aarzelde. Toen ging hij er heen en nam het hoofd weg, wikkelde het in een mat, en stuwde het in het roerkastje van den kotter.

Eensklaps wordt de aandacht van het gezelschap getrokken door een afschuwelijk schouwspel: vlak voor de paarden staan drie open doodkisten: in de eerste ligt een nog in zijne kleederen gewikkeld lijk; in de tweede, een lijk dat reeds in gevorderden staat van ontbinding verkeert; in de derde, een geraamte.

In de oogen van de meesten onzer landgenooten zou Framheim een afschuwelijk oord wezen; maar voor ons heeft dat huis slechts aangename herinneringen. Gedurende een jaar is het een geriefelijke schuilplaats geweest, waar wij na dagen van harden arbeid rust en kalmte vonden.

't Was het liefelijke wezen, de ster welke zes maanden voor hem geschenen had, en toen verdwenen was; 't was dat oog, dat voorhoofd, die mond, dat bloeiend schoon gezicht, dat, bij haar verdwijnen, hem in duisternis had gehuld. De eclips was geëindigd; het hemellichaam kwam terug. Het kwam terug in deze duisternis, in dit hol, in dit afschuwelijk verblijf, in deze ellende.

Hij die zoo sprak, had geen ongelijk: het weinige geld dat zij verdienen, wordt verbrast in de kroegen, roekeloos weggesmeten of verdobbeld, want het spel is de grootste liefhebberij van die mannen, die zelven voortdurend hun leven op het spel zetten; maar wat mijn zegsman er niet bijvoegde, is dat al deze uitspattingen en buitensporigheden, hun jenever drinken en hun dobbelen, in de eerste plaats moeten dienen om hun hunne ellende te doen vergeten, hun worstelen met het gebrek, het steeds dreigend doodsgevaar waarin zij verkeeren, den openbaren verkoop wegens schuld van hun armzaligen inboedel, den jammer van hun afschuwelijk bestaan in de ingewanden der aarde.

"Wien heeft hij gisteren wel met deze lippen gekust?" dacht hij bij het zien van zijn teederheden jegens zijn vrouw. Hij zag Dolly aan en ook zij beviel hem niet. "Zij kan toch niet aan zijn liefde gelooven! Waarom verheugt zij zich dan zoo? Afschuwelijk!"

Hen, die gezond zijn, te naderen, hen in de duisternis met zijn ontzichtbare kwaal te besmetten, is afschuwelijk. Fauchelevent moge mij zijn naam geleend hebben, ik heb het recht niet, er mij van te bedienen; hij moge hem mij gegeven hebben, ik mag hem niet aannemen. Een naam is een ik.