United States or Malawi ? Vote for the TOP Country of the Week !


Doch nu, zij denkt niet aan zich zelve: Zij beeft slechts bij de gedachte dat haar vader, wanneer hij dien "zieke" bezoeken gaat, het feest zal vinden, dat onzalige feest, in vollen gang: "Maar beste vader....!" "Laat mij Coba, nog eens: laat mij gaan!" Geheel Romphuizen was op de been.

Wát geld! had haar eigen zoon geen geld als water! Dat zei niet slechts Eva maar iedereen! Mevrouw Armelo is woedend. Geen wonder: heel Romphuizen is in beweging; alles kleedt zich voor van avond; en.... Ouwe tuinboonen zal ie straks hebben; bij vergissing met het boonenkruid er onder; dat lust ie volstrekt niet. "Wat wil jij Van Hake? Moet jij bijgeval ook naar de partij?"

Oom Van Barneveld maakte zich zeer bezorgd over Coba. Waarschijnlijk had zij opnieuw een flauwte gehad zooals weinige dagen voor hun vertrek. Zijn plicht, zijn dankbaarheid, zijn liefde voor oom en Coba roepen hem, ja, al ware het zelfs dat oom zich zonder gegronde reden ongerust maakte, Helmonds besluit is genomen: morgen keert hij met Eva zoo spoedig mogelijk naar Romphuizen terug.

Gisteren toen hij van den schrik was bekomen, toen heeft die wakkere luitenant het hem onder vier oogen zeer krachtig gezegd: Wanneer hij de geringste klad op dokter Helmond of zijn vrouw zou durven werpen, ja zoo het blijken mocht dat men in Romphuizen over het gebeurde in een anderen zin zou spreken dan over een door zijn plotselinge ongesteldheid mislukte charade-voorstelling, dat het zwarte boek van Ronner dan blad voor blad zou worden opgeslagen, en Archibald het EINDE er onder zou schrijven met bloedroode letters.

En, wie zou men nu eerder tot beschermvrouw van dat prachtige Weeshuis hebben gekozen, dan de weduwe van den man wiens naam de stichting droeg, en die voorzeker zooveel ze kon, haar kracht eraan zou willen wijden! Maar nog een ander monument mocht de stad Romphuizen in datzelfde voorjaar ontvangen. 't Was het monument op Donerie's graf.

Laat los! of ze vliegt het raam uit; over de daken. Ha: heisa! los!" Een dreun, een slag heeft Jacoba nog gehoord. Toen is het nacht voor haar geworden, heelemaal nacht. 't Is een oud, misschien een goed gebruik in het stadje Romphuizen, dat de torenklok der gemeente verkondigt wanneer er een doode naar zijn laatste rustplaats wordt gevoerd.

Neen, het deed er niet toe wat die menschen waren; Eva was de dochter van een man die het tot officier had gebracht, en als zoodanig kon Helmonds huwelijk geen directe mésalliance genoemd worden, doch, als daar iets leeft in den mensch om telkens met geweld iets meer te willen schijnen dan hij is; als men dan en zelfs op dezen hoogstgewichtigen dag dien toeleg bij de familie Armelo ten sterkste ziet uitkomen; als hij Eva's toilet nauwkeurig beschouwt, een toilet dat in Romphuizen na dezen dag zeker nooit meer gedragen kan worden; als hij.... Maar genoeg, hij heeft op dominee gewacht; door een weinig te wachten eer hij een woord tot de jonggehuwden sprak, heeft hij zich zelven wat kalmer gestemd, maar 'tgeen hij op het hart heeft dat moet hij zeggen, of anders anders zou hij die jonge schoone vrouw niet den vaderlijken zoen kunnen geven, zoals hij er een aan het "ander ik" van zijn geliefden pleegzoon verschuldigd is.

Juist toen Philip en Virginie de gezelschapskamer hebben verlaten, vraagt de kastelein, nadat hij zijn bevelen voor het rijtuig had gegeven, of er dan te Romphuizen in De Gouden Arend geen "goed spul" meer te krijgen was. Daarop heeft de vreemde verhaald dat men in De Arend geen rijtuig had kunnen geven, want de beide vigilantes waren uit. Er was in het stadje een heele opschudding geweest.

"O Goddank!" zegt Eva, en Helmond ziet een paar groote tranen schitteren in haar oogen: "Foei, je rekent wat veel op de sterkte van mijn zenuwen. Wij scheiden! Wij? Nee dát nooit. Dan liever sterven August!" "Dus als ik morgen eens ter wille van een patiënt naar Romphuizen terug moest, dan ging je mee niewaar, liever dan alleen hier te blijven?"

De generaal die gisteren, na zooveel aandoening, weer minder wel was geworden, zal eerst morgen naar Romphuizen terugkeeren. Op dit oogenblik, terwijl de pendule in de ruime hotelkamer halfzeven wijst, zegt hij tot Jacoba die juist weer een der poeders, waarop ze zooveel vertrouwen heeft, voor hem gereedmaakte: "De schuit kan al twintig minuten weg zijn. 't Verwondert me dat ze nog niet komen."