United States or Bahrain ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vrouw Ipsukuk beweent haar verloren rijkdom en Tummassook verbeeldt zich weer opperhoofd te zijn en het volk is hongerig en trekt woedend rond. De derde vertelde dat Neewak het altaar van Moosu tegen den grond had gegooid en een godsdienstoefening ging houden voor de vroeger geëerde goden. En het heele volk herinnert zich de overvloed van vroeger.

Hij leeft in vrede met de wereld en schijnt blij te wezen als gij een dikkerd ophaalt, zelfs al is hij hongerig en al klinkt het geweeklaag uit het nest waar zijn jongen om eten roepen, ook zoo doordringend dat zijn gemoedsrust er door verstoord wordt.

Dik zat hij in zijn krop, hongerig nog den zandgelen bek opstekend; zijn kuif hing neêr of hij pas had gezwommen, waterschuim-blauw waren zijn veêren. Onder zijn buik borg hij een papegaaiachtig beestje, droog en grasgroen, half toegewend met een praatmond, knabbelmond als van een oud vrouwtje.

Jack neemt de proef van zijns vaders grondbeginselen en komt ten slotte dicht bij de waarheid. Den volgenden morgen was Jack niet alleen erg pijnlijk, maar ook vrij hongerig, en toen meneer Bonnycastle hem mededeelde, dat hem in plaats van een ontbijt een vernieuwde kennismaking met den stok te wachten stond, toonde Jaapje zich verstandig genoeg om het heele alphabet op te zeggen.

Zij had 't zeker wel geweten, dat de groote vogel een koningsarend was, een roofvogel, die de menschen gewoonlijk met scherpe schoten begroeten, en ze had zeker ook wel den wonderlijken dwerg gezien, dien hij op den rug had; maar ze had er niet over gedacht, wie ze waren. Zoodra ze had begrepen, dat ze hongerig waren, had ze haar goed brood met hen gedeeld.

Er was intusschen geen tijd tot klagen, want onze redding was van onzen spoed afhankelijk. Na dus ons zuidelijkste punt te hebben bereikt, haastten we ons naar de tent, die door den sneeuwstorm geheel was overdekt, en na een sober ontbijt begonnen we den terugtocht dadelijk ondanks onze vermoeienis en een koud, hongerig gevoel.

Daarom heb ik hem verre achter mij gelaten, temeer, daar mijn verlangen, om hier te zijn, mij aandreef." "En hebt ge dan niet op uw broeder gewacht?" "Mijn verlangen was sterker dan mijn broederliefde." "Ge zult wel vermoeid en hongerig zijn van den langen tocht," sprak de graaf hoffelijk, "volg ons naar de zaal."

Maar de vischarenden deed hij nooit kwaad en het nest verstoorde hij ook niet, zoodat ze best met elkaar overweg konden. Cheplahgan bezorgde zich op zijn manier zoo nu en dan eens een hapje visch, en de brave Ismaques, die nooit lang hongerig hoefde te blijven, schikte zich zoo goed en kwaad als het ging in zijn toestand.

Wij zijn allebei zoo hongerig als wolven, en zullen er niet op zien, wat het is. Geef ons het koude vleesch maar, en wat brood en kaas; we zullen niet om gelei vragen." Hij bedoelde het als eene goedhartige grap, maar dit ééne woord besliste over zijn lot.

"Maar ben je dan ziek mijn jongen?" hernam de werkende vrouw, even opziende: "Den heelen dag niets dan wat schrale aardappels!.... je waart anders zoo hongerig wanneer je Zondags eens thuis kwaamt, en nu sinds den tijd dat je hier bent.... Kom, 'k zou nu die snee maar eens nemen."