United States or Central African Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


En zij dronken en dronken en dronken doch ze bleven stil, tot Tummassook woedend opstond en zijn bont en thee terug eischte, die hij vooruit had betaald. En Ipsukuk verhief schril en boos haar stem en iedereen vroeg zijne goederen terug. "Hondsvot denk je dat ik een walvisch ben?" vroeg Tummassook, het vel voor de ingang van de hut op zij schuivend, zijn gezicht blauw van ingehouden toorn.

En Neewak liet ons drinken en brr, het was niet als uw drank want het beet niet op de tong noch prikkelde de oogen, want het was water. Zoo dronken we, en we dronken te veel en toch zaten we met koude harten. En Neewak was verstomd en een donkere wolk kwam over zijn gezicht. En hij nam Tummassook en Ipsukuk terzijde en verzocht hun te drinken, als maar te drinken.

Er zal een groote opschudding zijn en het dorp zal op stelten staan. Maar wees niet bang en zorg dat je niet ontdekt wordt. En als de vrouw Ipsukuk, dat is de vrouw die haar gezicht met stroop insmeert, in je buurt komt, sla dan haar ook en doe dat bij allen die provisie hebben.

De vrouw Ipsukuk begon te huilen om een zoon lang geleden in het ijs verloren en de medicijnman sloeg aan het voorspellen en waarzeggen. Zoo ging het voort en voor den morgen lagen ze allemaal op den grond, vast in slaap met de Goden. Het verhaal vertelt zichzelf, nietwaar? Het nieuws van den tooverdrank verspreidde zich spoedig. Het was te grootsch voor woorden.

Maar ik begon eerst te onderhandelen en voor zij proefden had ik Tummassook zijn ketel en kan afhandig gemaakt en had ik Ipsukuk beroofd van haar suiker en stroop en de andere lijdenden van een goed deel van hun meel. De medicijnman gluurde valsch naar het volk rond mij, hoewel hij zijn verbazing moeilijk verbergen kon.

Maar ze hadden het nooit gezien en grinnikten zenuwachtig toen ik begon te vertellen van de goede eigenschappen van den drank. Terwijl ik praatte zag ik den jaloerschen blik in de oogen van den medicijnman en daarom zette ik hem toen ik gereed was naast Tummassook en Ipsukuk.

Vrouw Ipsukuk beweent haar verloren rijkdom en Tummassook verbeeldt zich weer opperhoofd te zijn en het volk is hongerig en trekt woedend rond. De derde vertelde dat Neewak het altaar van Moosu tegen den grond had gegooid en een godsdienstoefening ging houden voor de vroeger geëerde goden. En het heele volk herinnert zich de overvloed van vroeger.

Ik lachte in mijn vuistje op dit bericht en deelde drank uit en maakte mijne gasten vroolijk. Want in het meel dat ik Neewak verhandeld had, mengde ik een goede dosis soda, die ik van de vrouw Ipsukuk gekregen had. Hoe kon dan ook zijn brouwsel verhitten. terwijl de soda de drank verzachte? Of hoe kon zijn drank wijndrank zijn als het niet kon gisten?

Plotseling klonk een gejammer en gehuil door de lucht. Ik nam mijn flesch cognac en rende naar buiten. Er was een verbazend tumult en een vreeselijk gejammer onder de vrouwen en de schrik was ieder om het lijf geslagen. Tummassook en de vrouw Ipsukuk rolden op den grond van pijn en behalve die twee nog verschillende anderen waaronder Moosu.

Maar na tien dagen had ook de vrouw Ipsukuk haar provisie uitgeput en ging verzwakt en wankelend naar haar hut. Moosu echter klaagde: "O, meester," zei hij, we zijn nu in 't bezit van stroop en meel en suiker, doch onze hut is er niet beter op geworden, onze kleeren zijn dun en onze slaapdekens uitgerafeld.