United States or Wallis and Futuna ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zijn familie genoot een heel ander aanzien dan vroeger. Zij werden als machtigen geëerd, zij behoefden nauwelijks te werken, want Falco had zijn bloedverwanten lief en was zeer mild jegens hen. Maar hij was niet toegevend, hij was zeer streng. Moeder Zia was overleden. Nino was getrouwd en woonde nu in zijn vaders hut.

Heeft het u ook niet , dat iemand, die zoo lang ons vertrouwen genoot, ons zoo schandelijk heeft bedrogen? Heeft het u ook niet , dat hij die betrekking gekregen heeft? Het iedereen, dat de vijanden zich eensklaps zoo gewillig onderwierpen; niet ten onrechte vermoedde men, dat er een adder onder het gras school. Het mij, dat de hagel niet meer schade heeft aangericht.

Alhoewel de kleinen, door de moeder geleerd, haar hielpen, eindigde toch de vriendelijke twist op zulke wijze, dat elk kind, een stukje van den visch op zijn bord kreeg en de werkman het overige met onbeneveld vermaak genoot. Onmiddellijk na het avondmaal werd het ammelaken geplooid, en alles verdween in een oogslag van de tafel.

Dank zij der gewoonte, om salarissen uit te betalen aan de afstammelingen van bijna alle ambtenaren en aan elken khan, kan het gebeuren, dat alle inkomsten eener provincie op de plaats zelve worden opgebruikt. Er is mij verzekerd, dat een der ambtenaren 172 jaargelden genoot voor zich en zijn bloedverwanten.

Die woorden rolden gereedgemaakt, ongewild uit heur keel, zonder dat ze aan den inhoud dacht; ze genoot onbewust van haar vrije, diepe moederweelde, heur overvoldanen rijkdom, heur eigen jong fleurig leven eerst en 't dubbele van heur zelf: de twee ontbotte, nuchtere keestjes Jantje en Pierke, heel heur wonne, de spartelende knaapkes met heuren Jan zijn oogen en heur eigen blonde haar.

Van nature met vele voortreffelijke eigenschappen begaafd en sedert zijne jeugd beoefenaar der wijsbegeerte, genoot hij algemeen hoog aanzien en oefende hij zelfs zoowel op den ouderen als op den jongeren Dionysius een gunstigen invloed uit.

's Zomers stelde hij zich voor dit gedwongen thuiszitten schadeloos: dan wandelde hij veel, blootshoofds, maakte groote zwerf- en ontdekkingstochten in de bergen, soms alleen, soms met anderen. Op die tochten genoot hij volop, was beminnelijk en vrolijk. Zijn metgezellen waren een en al verbazing dat de menschenschuwe misanthroop waarvoor hij doorging zoo gezellig en goedgeluimd kon zijn.

Niettegenstaande de post, door hem bekleed, in de oogen van velen verachtelijk zou schijnen, genoot hij in zekere mate de achting mijns vaders: een voorrecht, dat over het algemeen niet zoo licht te verkrijgen was.

Die verzoeking was voor den konvalescent te sterk geweest, en ten laatste had hij ter naauwernood genoeg zelfbewustzijn overgehouden om te beseffen, dat het niet voegde het hof te maken aan een meisje, onder het dak van wier ouders hij gastvrijheid genoot.

Nu genoot zij zelve van de vruchten, en het schoothondje hinderde haar niet meer met zijn gekef." »Dat wil zeggen," zeide de moeder, »als alle menschen van goede zeden en zoo beschaafd waren als Gorgias, Lysias en eenige anderen, dan zouden wij kunnen voortgaan met ons huis open te stellen. Maar nu er ook ruwe lieden zijn, zooals Antyllus...."