United States or Puerto Rico ? Vote for the TOP Country of the Week !


Andermaal wordt er een aas aangeslagen en het snoer in zee geworpen. Die oceaan is bepaald zeer vischrijk, want binnen een paar uur vangen wij eene groote hoeveelheid Pterychti, benevens visschen, behoorende tot een insgelijks uitgestorven familie, de Dipteriden, maar wier geslacht mijn oom niet kan herkennen. Alle zijn beroofd van het gezichtsorgaan.

Langzaam en steeds naar voedsel zoekende, naderden zij het aas, dat door de golfjes heen en weder werd gestuwd. »De woerd is bij jouw vischje!" verbrak Heer Jan opeens de stilte. »Ha nu ziet hij het, .... kijk, hij pakt het beet ja, slik maar, 't smaakt lekker!" »Wees toch stil, Heer Jan!" waarschuwde Marten, die geheel voorover gebogen de lijn vasthield en naar den woerd tuurde.

»Och, wel ja!" sprak Heer Jan. »Zeg Marten, ben je gereed om meê te gaan? En heb je tuig en aas in orde?" »Alles ligt reeds in de schuit gereed." »Voortreffelijk! Laten we dan gaan." Marten groette zijne huisgenooten, die hem tot op den dijk vergezelden om van de afvaart getuige te zijn. Heer Jan nam op het achterbankje plaats, om te sturen, en Marten greep de riemen. Zij staken van wal.

Alle soorten, die op Roofdieren gelijken, maken jacht op andere dieren, eten Schelpdieren, Visschen en wat de zee verder nog uitwerpt, of vreten aas van landdieren; de kleinere soorten vangen Vogels, Insecten en Wormen; de planteneters voeden zich met vruchten, bladen, grassen en wortels, die zij afplukken of uitdelven.

De jongen worden door de beide ouders met Wormen en Insecten, Muizen, jonge Vogels, eieren en aas voldoende verzorgd; hun honger is echter, naar het schijnt, zelfs door de rijkelijkste voedering niet te stillen, daar zij voortdurend om voedsel schreeuwen. De beide ouders houden veel van hun kroost en verlaten het nooit voor goed.

Daarop kwamen al de habitués van den pot uit hunne hoeken en vroegen dopjes voor hunne pijpen; de jongen deelde de eigen keuen rond, en de jonge advocaat nam in persoon het krijt om op te schrijven. "Wie van de heeren heeft het aas?"

Wees dus vol moed; want weet, mijn keizer: ik Betoover u den ouden Andronicus Met woorden, zoeter, doch gevaarlijker, Dan aas voor visschen, klaver is voor schapen, Schoon gene door den hoek verwond en deze Een rotkwaal krijgen van het zoete voêr. SATURNINUS. Doch nimmer smeekt hij tot zijn zoon voor ons.

Gunstick-Uncle richtte zich stijf van den grond op, leunde met de linkerhand op zijn lang jachtroer, strekte zijn rechterhand uit als een declamator, sloeg de oogen, opwaarts naar den tweeden vogel, en sprak toen op pathetischen toon: "De roofgier zweeft in hooger sfeer. En blikt van daar op de aarde neer, En hoopt op lekker aas alweer, Maar....'k schiet, en 't ondier leeft niet meer!"

Och, dat kan den besten overkomen ... schoone visch ... er is ook wel wat geluk bij in 't visschen, kalmeerde hij; er zijn menschen die er niks van kennen en toch vangen. Ja, bekende zijn buurman deemoedig. Nu begon ook Sander beet te krijgen, en de pen van Snepvanger trok telkens weg, zoodat hij voortdurend in de weer was om op te halen en nieuw aas te bevestigen.

Thans stond hij op de bovenste sport der ladder en bemerkte, dat hij hier nog niet hoog genoeg kon reiken, om in het nest te zien, alleen met de hand kon hij eraan komen; hij probeerde, hoe vast de onderste, dikke, in elkaar gevlochten takken zaten, die het onderste gedeelte van het nest vormden, en nadat hij een dikken en vasten tak beetgepakt had, hief hij zich van de ladder naar boven, leunde over den tak heen en had nu zijne borst en zijn hoofd over het nest gebogen; hier stroomde hem een verstikkende stank van aas tegen; in het nest lagen lammeren, gemzen en vogels, die tot verrotting overgegaan waren.