United States or French Polynesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


DR. STOCKMANN. Dat had men enkele dagen geleden moeten durven probeeren, om mij zooals van avond hier den mond te snoeren! Als een leeuw zou ik gestreden hebben voor mijn heilige menschenrechten! Maar nu kan het mij niet meer schelen; want nu heb ik over gewichtiger dingen te spreken.

Dan boog hij nogmaals zijn ene knie voor de jonge Machteld en hernam: "Ik bid, ik smeek u, o edele dochter van de Leeuw, dat gij uw dienaar Breydel niet vergete indien gij ooit moedige mannen nodig hebt. Het beenhouwersambacht zal zijn Goedendags en messen ten uwen dienste geslepen houden."

Hij sloeg zich met de hand op het voorhoofd, en staarde een oogenblik op het gelaat van den vernederden ridder, op wiens trekken hoogmoed en schaamte met elkander in strijd waren. "Vraagt gij niet om uw leven, Waldemar?" vroeg de Koning. "Hij, die in de klauwen van den leeuw is," antwoordde Fitzurse, "weet dat zoo iets overbodig zou zijn."

Hierin is de gansche bedoeling van het verbond der Zeelanden te zamengevat. Aant. 10, op bladz. 59 en 60. Veranderde Toestand des lands, de Zuiderzee enz. Als latere bronnen der geschiedenis van de veranderingen des bodems en der watervloeden verwijzen wij hier naar de Inleiding van van Leeuwen's Tafereel van den Watervloed, Leeuw. 1826; F. Arends, Nat.

Twee of drie uren lang zwierven wij in den omtrek van De Roode Leeuw; wij durfden ons niet ver verwijderen, uit vrees, dat wij den weg niet meer zouden vinden. Bij daglicht scheen Bethnal-Green mij nog vreeselijker toe dan toen wij het in de schemering hadden gezien: de huizen, zoowel als de menschen hadden een allerellendigst voorkomen.

Leeuw. 1758, I 379, en de in die werken aangehaalde schrijvers, bijzonder HALSEMA, 475, en niet minder WIERDSMA in de O. F. W. 257. De Partijschappen tusschen de Schieringers en Vetkoopers.

Het meisje brak weer een stuk van haar koek af, nam het hondje voorzichtig op haar schoot en begon het te voeren en te liefkoozen. Daarna kwam een kat en daarmede deed zij hetzelfde. Eensklaps hoorde zij een luid gebrul, en schrok geweldig, toen zij een leeuw zag naderen.

En toen pakte hij den leeuw, die zich op hem wilde gooien, bij den strot en toen worstelden ze samen, net als worstelaars. Het was vreeselijk; ik was zoo bang voor Carpoforus.... En toen? Nou, toen stonden ze weêr samen op. De leeuw stond als een mensch op zijn achterpooten. En toen worstelden ze weêr. En toèn, stel je toch voor.... Toen....??

In een der hoeken is een zeer fraaie zuil of lât van Féroze-Schachs, een prachtige, cylindervormige monolith, zesendertig voet hoog, een leeuw dragende, terwijl niet ver vandaar een kleine tempel wordt aangetroffen, dien de Hindoes, wien men den toegang tot het fort weigert, niet bezoeken kunnen, ofschoon het een der heiligste punten der vesting is, die de aandacht der toeristen trekken.

Boven deze staat koning Leeuw, lichtgeloovig, lichtgeraakt, lichtgesust, een spotbeeld van een koning, zooals CHARLEMAGNE in zoo menigen ridderroman. Dus siet men dat behendichede Beter es dan sterchede. Die slotverzen van een der fabels uit Esopet moeten wel den voornamen indruk hebben weergegeven, op de Nederlandsche gemeenten gemaakt door dit werk, het rechte epos der gemeentenaren.