United States or Dominica ? Vote for the TOP Country of the Week !


Genegenheid en haat, liefde en nijd, deugd en boosheid, zelfopoffering, geestdrift en toewijding, in één woord alle hartstochten, die het stramien van het weefsel des menschelijken levens vormen, bestonden nog niet. De bewoners der aarde bestonden zonder het te weten en arbeidden zonder doel.

Maar Findas volk is een boos volk, want ofschoon de wanwijzen onder hen zich zelven wijsmaken, dat zij goden zijn, zoo hebben zij voor de oningewijden valsche goden geschapen, en verkondigen allerwege dat deze afgoden de wereld geschapen hebben, met alles wat daar in is; gierige afgoden vol nijd en toorn, die gediend en geëerd willen wezen, door de menschen; die bloed en offer willen en schatting eischen.

Hij richtte kleine muiterijen in, onder de visschers, hij hitste de kerels op met woorden van haat en woorden van deernisse; hij sprak van bloedhonden en hertevreters, en hij stiet met zijn vollen nijd tegen 't hoofd zijner makkers, voortdurend kloppend tot ze op een ende daar gloeiend stonden, koortsig en razend, met veerdige handen.

In een ander opzigt hoop ik, dat wij Friezen te veel eerbied voor onze geschiedenis, voor ons zelve en voor onze christelijke verpligtingen jegens elkander zullen hebben, dan dat verschil van meening over sommige historische punten ons zou verlagen tot een hatelijk twistgeschrijf en openbare beleedigingen, waarin nijd en wraakzucht soms eene afschuwelijke rol spelen.

Ja graaf, gij weet nog niet alles: Gij weet niet dat de haat, de nijd en de afgunst van uw stiefmoeder, u ongeluk en rouw hadden gezworen; gij weet niet dat uw grijze vader, kort nadat hij zijn onwaardige gemalin had verstooten, aan een langzaam werkend vergif is weggekwijnd; Rosio mengde die drank; ook daarvoor smeekt hij u genade."

Sterker zou in dezen zin nijd zijn, immers dan duidde men aan, dat de hovelingen hem ook vijandig gezind waren en hem misschien wel ten val zochten te brengen. Wangunst zou gebruikt moeten worden, als de hovelingen in zijn plaats wilden komen. De kleine Willem was boos, dat zijn zusje van haar peettante een mooie pop gekregen had; uit greep hij de pop af en wierp ze in het water.

Gevolg I: Nijd, Spotzucht, Minachting, Toorn, Wraakzucht en de overige aandoeningen, welke als soorten van Haat te beschouwen zijn of uit Haat ontspringen, zijn slecht; hetgeen eveneens blijkt uit Stelling XXXIX van Deel III en uit Stelling XXXVII van dit Deel. Gevolg II: Al wat wij begeeren omdat wij Haat koesteren, is schandelijk en geldt in den Staat voor onrechtmatig. XXXVII v.d. St. XLI v.d.

Hij bekende 't haar, luchtig, oprecht: Gij zijt waarlijk sterk geworden. Nijd stoorde binnenwaarts zijne wonderlijke onverschilligheid. Hij dacht dat hij 't nu maar kort moest trekken, dat beider stand onveranderlijk gekozen was. Hij raapte zijnen handschoen op die van den schoorsteen gevallen was. Dan, aarzelend: Kom, zuchtte hij, we hebben alle twee beproefd al wat we doen konden.

Rust hier in eer en vrede, mijne zonen; Gij Rome's kloekste kampers, rust hier zacht, Voor 's werelds wisseling en rampen veilig; Hier loert geen vuig verraad, hier zwelt geen nijd; Hier groeit geen boos vergif; hier zijn geen stormen, Geen luid geraas, slechts stilte en eeuw'ge slaap, Rust hier in eer en vrede, dierb're zoons!

Zoolang ge een grove van gehoor zijt en onfijn van gevoel, moge u dat niet deren; maar zóo kunt ge niet in gehoor verfijnd en in uw gevoel verdiept zijn, of aanstonds beginnen de wanklanken u te hinderen, de disharmonieën u te kwetsen, de onevenredigheden uw zielsrust te storen, en hoe meer ge in het leven thuis raakt, hoe meer ge tot de droeve ontdekking komt, hoezeer twist en tumult en nijd op den bodem van heel ons menschelijk leven ligt.